Hartfalen

Bij deze aandoening faalt het hart omdat de hartspier niet goed kan functioneren. De pompfunctie van het hart is verminderd. De pompfunctie van het hart is licht, matig of ernstig verminderd.

Er zijn verschillende oorzaken voor hartfalen, zoals een ernstige aangeboren hartafwijking met een éénkamerhart of een ziekte van de hartspier zelf. Uw kindercardioloog vertelt u de details van de aandoening van uw kind.

Meer informatie over deze aandoening leest u op de website van Patiëntenvereniging Aangeboren Hartafwijkingen.

Om de diagnose te stellen maken we een echocardiografie en electrocardiogram (ECG) en prikken we bloed. Meestal is er ook een holteronderzoek nodig. Als het nodig is doen we een fietsergometrie (inspanningstest) en maken we een CT-scan of een MRI-scan van het hart.

Uw behandelend kindercardioloog stelt samen met het hartfalenteam een behandelplan op. Dit plan bestaat uit medicatie en leefregels over vocht- en voedinginame. Soms is een pacemaker of Implanteerbare Cardioverter Defibrillator (ICD) nodig. In ernstige gevallen is een steunhart en/of harttransplantatie de enige mogelijke behandeling.

Harttransplantatie bij kinderen

Implanteerbare Cardioverter Defibrillator (ICD)

Pacemaker

Steunhart bij kinderen

Uw eigen kindercardioloog bespreekt het behandelplan met u. Afhankelijk van de ernst van de aandoening wordt uw kind verder behandeld door het hartfalenteam. Voor hen is er een speciaal hartfalenspreekuur. Aanvullende informatie krijgt u van de verpleegkundig consulent kindercardiologie. Tijdens de opnames voor klinische onderzoeken en behandeling ziet u ook andere kindercardiologen, afdelingsartsen en verpleegkundigen zien van het Kinderthoraxcentrum en/of de Intensive Care Kinderen.  

Als het nodig is bieden wij ondersteuning aan van ons psychosociaal team.