Gedilateerde Cardiomyopathie (DCMP)

Bij deze aandoening faalt het hart omdat de hartspier ziek is en niet goed kan functioneren. De pompfunctie van het hart is verminderd. De pompfunctie van het hart is licht, matig of ernstig verminderd. De oorzaak is een zieke hartspier. Het hart is verwijd en heeft meestal een dunne wand. Soms zorgt deze aandoening voor hartritmestoornissen. Uw kindercardioloog vertelt u de details van de aandoening van uw kind.

Meer informatie over deze aandoening leest u in de informatiefolder Gedilateerde cardiomyopathie bij kinderen of op de website van Patiëntenvereniging Aangeboren Hartafwijkingen.

Uw behandelend kindercardioloog stelt samen met het hartfalenteam een behandelplan op. Dit plan bestaat uit medicatie en leefregels over vocht- en voedinginame. Soms is een Implanteerbare Cardioverter Defibrillator (ICD) nodig. In ernstige gevallen is een steunhart en/of harttransplantatie de enige mogelijke behandeling.

Uw eigen kindercardioloog bespreekt het behandelplan met u. Afhankelijk van de ernst van de afwijking wordt uw kind verder behandeld door het hartfalenteam. Voor hen is er een speciaal hartfalenspreekuur. Aanvullende informatie krijgt u van de verpleegkundig consulent kindercardiologie.