Over deze behandeling
Wat we gaan doen
Wat is het?
Een autologe stamceltransplantatie is een transplantatie met cellen van uzelf. U krijgt een stamceltransplantatie als afsluiting van uw behandeling tegen de aandoening waarvoor u bent opgenomen.
Hoe gaan we te werk?
Er wordt bij u een infuus of centrale lijn ingebracht. Een centrale lijn is een infuus in een grote ader. Het transplantaat loopt in via dit infuus.
Na de transplantatie dalen de bloedwaarden (rode bloedcellen, witte bloedcellen en bloedplaatjes). Met transfusies worden uw rode bloedcellen en bloedplaatjes aangevuld. De witte bloedcellen, dit zijn afweercellen, kunnen niet worden aangevuld. Hierdoor bent u kwetsbaar voor infecties. Op de afdeling worden maatregelen om infecties te voorkomen toegepast (medicatie, isolatie, voeding en hygiëne).
De maatregelen en opnameduur zijn afhankelijk van de chemotherapie die u krijgt.
Als de bloedwaarden voldoende gestegen zijn, wordt u ontslagen.
Hoe gaan we te werk?
Voorafgaand aan opname op onze verpleegafdeling, heeft u uitgebreide voorlichting gehad over de transplantatie en zijn er bij de hemaferese stamcellen verzameld.
Bij opname start u met een aantal dagen hoge dosis chemotherapie. Hiermee wordt de aanmaak van cellen in het beenmerg stilgelegd. Op het moment van de transplantatie worden uw cellen, die in een vriezer zijn opgeslagen, ontdooid. U krijgt meerdere zakjes met cellen terug. Soms wordt de transplantatie over twee dagen verdeeld.
De dag na de transplantatie wordt u mogelijk overgeplaatst naar één van de ziekenhuizen waarmee het Erasmus MC Kanker Instituut samenwerkt. Welk ziekenhuis dit in uw geval betreft, is vooraf tijdens de voorlichting met u besproken.
Wat is het doel?
Door een hoge dosis chemotherapie te geven, worden de achtergebleven kwaadaardige zieke cellen vernietigd. De stamcellen van uzelf worden teruggegeven om hiermee de tijd dat het beenmerg geen cellen aanmaakt te overbruggen.
Bijwerkingen & complicaties
Tijdens de behandeling
De meest voorkomende bijwerkingen tijdens deze behandeling zijn:
- Misselijkheid, braken en diarree
- Geïrriteerd slijmvlies van de mond- en keelholte
- Haaruitval
- Lusteloosheid en vermoeidheid
- Anemie (verlaagd aantal rode bloedcellen)
- Trombopenie (verlaagd aantal bloedplaatjes)
- Neutropenie (verlaagd aantal afweercellen)
- Verhoogde kans op infecties
- Onvruchtbaarheid
Op de verpleegafdeling
Naast de bijwerkingen die hierboven genoemd zijn, kan het zijn dat er tijdens het inlopen van het transplantaat klachten ontstaan:
- Koorts
- Misselijkheid
- Vieze smaak in de mond
- Nare geur gedurende de dag op uw kamer. Deze geur is afkomstig van de bewaarvloeistof (DMSO) die is toegevoegd aan de stamcellen. De bewaarvloeistof maakt de stamcellen geschikt om in te vriezen en te ontdooien.
Thuis
De meest voorkomende bijwerkingen na de behandeling zijn:
- Vermoeidheid
- Misselijkheid
Resultaat
Het resultaat van een stamceltransplantatie is dat de cellen in uw beenmerg weer uit gaan groeien.
Wanneer neemt u contact op?
Bij ontslag uit ons ziekenhuis krijgt u een zorggids en belkaart mee. Hierop kunt u vinden bij welke klachten u direct contact op moet nemen en bij welke klachten u kunt wachten tot de volgende dag.
Tijdens de polikliniekbezoeken na ontslag krijgt u ook regelmatig te horen bij welke klachten u contact op moet nemen.
Naast de beladviezen is ons advies om bij twijfel contact op te nemen en te overleggen met uw behandelend arts of verpleegkundig specialist.
Wanneer u vanuit het Erasmus MC bent overgeplaatst naar het ziekenhuis waarmee wij samenwerken, dan neemt u contact op met het desbetreffende ziekenhuis.
Met wie heeft u te maken?
Aandoeningen
Afhankelijk van de behandeling die u krijgt kunt u in aanmerking komen voor een autologe stamceltransplantatie bij de volgende aandoeningen:
- Multipel myeloom
- Lymfoom
- Acute leukemie
- Kiemceltumor
- Borstkanker
