Pulmonale hypertensie

Bij pulmonale hypertensie is de bloeddruk in de longen te hoog. Er zijn verschillende oorzaken van deze aandoening. Een aantal aangeboren hartafwijkingen kan pulmonale hypertensie veroorzaken. Een andere oorzaak is een afwijking in de wanden van de longvaten zelf. Bij een te hoge longdruk heeft de rechterkamer moeite met het rondpompen van het bloed. Door langdurige hoge druk in de longvaten, kunnen er ook beschadigingen aan de binnenkant van de longslagaders ontstaan. Hierdoor verdikken de wanden van de bloedvaten. De binnenkant van de vaatjes vernauwen en dat verhoogt de bloeddruk. Als de rechter kamer het werk niet meer aan kan, ontstaat er hartfalen.

Meer informatie over deze aandoening leest u op de website van Patiëntenvereniging Aangeboren Hartafwijkingen.

Om de diagnose te stellen maken we een echocardiografie en electrocardiogram (ECG). Als het nodig is doen we bloedonderzoek, maken we een CT-scan of voeren we een hartkatheterisatie uit.

Uw behandelend kindercardioloog maakt in overleg met het kinderhartteam een behandelplan. De behandeling hangt af van de oorzaak van deze aandoening. Indien er een aangeboren hartafwijking is, is een operatie van het hart mogelijk nodig. Indien er geen aangeboren hartafwijking is, behandelen we uw kind met medcijnen.

Uw eigen kindercardioloog bespreekt het behandelplan met u. Aanvullende informatie krijgt u van de verpleegkundig consulent kindercardiologie/kinderthoraxchirurgie.