Atriumseptumdefect (ASD)

Bij deze aandoening zit er een gaatje tussen de boezems van het hart. Er stroomt hierdoor bloed van de linker boezem naar de rechter boezem. Dit is een extra belasting voor de rechter harthelft. Dit gaatje kan klein tot groot zijn. Bij de geboorte heeft iedereen een heel klein gaatje in dit tussenschot. Als het gaatje te groot is wordt het een ASD genoemd. Deze aandoening wordt meestal op de kinderleeftijd ontdekt, maar het kan ook pas op volwassen leeftijd ontdekt worden.

Meer informatie over deze aandoening leest u op de website van Patiëntenvereniging Aangeboren Hartafwijkingen.

Animatie van een hart met een ASD

Om de diagnose te stellen maken we een echocardiografie en electrocardiogram (ECG). Soms is het nodig om een MRI-scan van het hart of een slokdarmechocardiografie te maken, om de grootte van het gaatje goed in te schatten en het gaatje goed te kunnen bekijken.

Een klein gaatje hoeft niet behandeld te worden en wordt als het nodig is vervolgd op de polikliniek. Matig tot grote gaatjes moeten gesloten worden. Uw behandelend kindercardioloog maakt met het kindercardiologisch team en de interventie kindercardiologen en/of kinderthoraxchirurgen een behandelplan op. We corrigeren de afwijking met een hartkatheterisatie of een operatie. Dit hangt af van de grootte en de plaats van het gaatje.

Uw eigen kindercardioloog bespreekt het behandelplan met u. Voor de operatie of hartkatheterisatie wordt u door het behandelteam geïnformeerd op het pre-operatieve spreekuur. Tijdens de opname  ziet u verschillende andere kindercardiologen, afdelingsartsen en verpleegkundigen van het Kinderthoraxcentrum en de Intensive Care Kinderen. Als het nodig is bieden wij ondersteuning aan van ons psychosociaal team.