Een erfelijke huidziekte. ‘Moet deze ziekte meegenomen worden in de hielprik?’ Dit was een van de tentamenvragen van de eerste bloktoets van Erasmusarts 2030. Student: ‘De eerste toets geeft een goed beeld wat er van ons verwacht wordt.’
Dik van Gent heeft al meer dan 20 jaar ervaring als docent. Kennis over tentamens maken heeft hij genoeg, maar het maken van de eerste bloktoets was anders dan anders. ‘We vragen minder direct terug, bijvoorbeeld wat wij hebben verteld tijdens de casusbesprekingen. We vragen minder details terug. Het was een leuke uitdaging.’
Denken vanuit verschillende disciplines
Als voorbeeld deelt Dik een casus over een erfelijke huidziekte. ‘In de eerste vragen stelden we de basale biologie vragen, vragen over genetica en celbiologie, en daarna de vraag of deze ziekte meegenomen moet worden in de hielprik.’ Studenten waren eerst geschrokken: deze ziekte kennen wij niet. ‘Ook een reflectiepunt voor mij', geeft Dik toe. ‘Ik zal meer gegevens van de ziekte meegeven, want het leerdoel is niet om de ziekte te kennen, maar de toepassing ervan in de casus, ditmaal over de maatschappelijke kant van de ziekte.’
"Het is meer generalistisch, meer klinisch redeneren en vooral denken vanuit verschillende disciplines. Saturatie van een hartkamer bijvoorbeeld is niet zo belangrijk voor de toets."
In het oude tentamen zouden studenten drie criteria van de hielprik moeten noemen. En dat is nu anders. Studenten moeten uiteraard wel de criteria weten om de vraag te beantwoorden, maar in deze nieuwe manier van toetsen wordt ze gevraagd het antwoord te beredeneren. Als een echte gezondheidszorgprofessional.
Docenten, onderwijskundigen, en onderwijsondersteuners komen per kwartaal samen op zogeheten Erasmusarts 2030-ontwikkeldagen. Op een ontwikkeldag blikken zij terug op de afgelopen periode, en kijken ze vooruit naar wat er gaat komen. Ook hangt er een thema aan de dag. Op 6 december was dat Toetsing. Suzanne Peeters, Floor van Rosse, Dik van Gent en twee studenten keken terug op de eerste bloktoets en deelden hun ervaringen.
Meer onthouden
Ook de studenten zijn positief over de eerste bloktoets. Een student had geen tijd om alles nog een keer door te nemen, maar bij het maken van de toets herkende zij dingen uit de casusbesprekingen. ‘Door actief bezig te zijn met de kennis, onthoud ik meer.’"Er wordt meer getoetst op processen en principes en weinig details."
Meer onzekerheid, minder onzin
De voorbereidingen waren niet zonder zorgen. De CGO-docenten merkten onzekerheid bij de studenten: ‘er is niet getoetst wat we hebben geleerd’ of ‘de oefentoets was te makkelijk’. Dik geeft dat toe: ‘De oefentoets was slechts 1/3 van de uiteindelijke toets', maar bij het nakijken van de reguliere toets merkte hij meteen verschil. ‘Studenten geven minder onzin antwoorden. En die onzekerheid, die snap ik. Een tabel uit je hoofd leren is makkelijker te oefenen dan klinisch redeneren. In de oude tentamens gaven studenten vaak een antwoord over een compleet ander onderwerp dan waar de vraag over ging. Vaak over kennis die ze wel wisten. Hopend op dat ene puntje. Maar dat was nu een stuk minder.’"Studenten hebben acht weken geoefend en kennis gemaakt met de stof tijdens de casusbesprekingen. Ze leren de stof niet uit het hoofd, maar leren de samenhang van de kennis en het te plaatsen in een andere context."