De centrale hal
- Kom je voor het eerst naar ons ziekenhuis? Dan kun je samen met papa en mama bij de inschrijfbalie een kaartje laten maken met jouw naam erop.
- In de hal staat een beeld van Sophietje. Zij is de mascotte van Stichting Vrienden van Sophia. Net zoals de oranje leeuw voor het Nederlandse voetbal is. Koningin Maxima heeft het beeld onthuld in 2013. Het Erasmus MC Sophia bestond toen al 150 jaar!
- In de hal zijn verschillende speelhoeken. Als je nog even moet wachten, mag je hier spelen.
- Als je naar het ziekenhuis komt, zie je Olli de olifant in de hal. Wie is Olli?
''Ik ben Olli, de grootste en dikste supporter van alle kleine en grote helden in het Sophia Kinderziekenhuis. In de aankomsthal staat er een groot Olli-beeld met daarnaast Olli’s drol-brievenbuswaar je je wens naar Olli kunt sturen.'' Ben jij al met hem op de foto geweest? Zie ook www.ollimania.com. - Er is ook een speelhoek met een touchscreen. Je moet het scherm eerst even aanraken. Probeer maar eens!
De prikkamer
- Soms heeft de dokter een beetje bloed nodig om onderzoek te doen. In deze kamer wordt het bloed afgenomen uit je vinger of je arm. Je gaat zitten in de stoel. Je mag ook bij papa of mama (of je verzorgende) op schoot zitten. Je kunt pleisters met zalf op je armen geplakt krijgen. Door de zalf in de pleisters voel je minder. De verpleegkundige kijkt vervolgens bij welke arm zij het best bloed kan afnemen.
- In de Kasteelkamer liggen allemaal cadeautjes. Je mag er na het bloed afnemen eentje uitzoeken.
- De verpleegkundige vertelt eerst aan jou wat ze gaat doen, zodat je precies weet wat er gaat gebeuren. De verpleegkundige vraagt wat jou kan helpen. Je mag bijvoorbeeld op schoot, ook mag je aangeven of je wil kijken of niet wil kijken en of je wil dat er geteld wordt. Misschien wil je wel iets doen als afleiding? Bijvoorbeeld in een zoekboek kijken of bellen blazen!
- Lees hier meer over de prikkamer (Centrale Bloedafname).
De echokamer
- In deze kamer kunnen ze met een echo de binnenkant van je lichaam bekijken. Een echo is een soort filmpje of foto die plaatjes maakt van de binnenkant van je lichaam. Je kunt zelf ook meekijken op het scherm vanhet echoapparaat. Papa en/of mama mag naast jou blijven zitten en kan ook meekijken. Soms mag je een tijdje van te voren niet eten, of niet naar de wc.
- Je krijgt wat warme gel op je lichaam, dit kan je voelen. Dan gaat de dokter met een apparaatje over je lichaam heen, bijvoorbeeld je buik.
- Zie je de tekeningen op het plafond? Die zijn gemaakt door andere kinderen in het ziekenhuis, om naar te kijken als je bij de echo ligt.
- Lees hier meer over echografie.
Een CT-scan
- Bij een CT-scan worden er foto’s gemaakt van de binnenkant van je lichaam: röntgenfoto’s. De dokter kan hierdoor jouw organen of lichaamsdelen aan de binnenkant bekijken.
- Eerst ga je op een tafel liggen. De tafel schuift dan langzaam de tunnel door. Alleen als je heel stil ligt, zo stil mogelijk, kunnen er duidelijke foto’s worden gemaakt.
- Er mag iemand bij jou blijven. Die moet dan wel een speciaal schort aan! We hebben er zelfs een met beertjes.
- Als je in de CT-scan ligt, vraagt de dokter soms of je je adem eventjes in kan houden. Hoe lang kan jij al je adem inhouden? Na het maken van de foto’s, kijkt de dokter of ze gelukt zijn. Je moet dus nog heel even blijven liggen op de tafel.
- Lees hier meer over een CT-scan.
De gipskamer
- Je kunt gips krijgen om de botten in bijvoorbeeld je arm of been in een goede stand te houden. Ook kan gips ervoor zorgen dat een bepaald lichaamsdeel rust krijgt en daardoor sneller beter wordt.
- Soms kan gips een beetje kriebelen. Om ervoor te zorgen dat dit minder wordt, kan papa of mama er met een koude föhn in blazen. Wat ook kan helpen is even krabben op bijvoorbeeld je andere arm. Als je er dan een spiegel naast houdt, denken je hersenen dat je op de andere arm aan het krabben bent. Als dit niet werkt, hebben we een speciale spray met talkpoeder, maar dat kan alleen als je huid dicht is.
- Je kan je gips versieren door te vragen of anderen iets op je gips willen schrijven. Ook kun je jouw gips versieren met glitters of tattoos.
- Je mag je eigen kleur gips kiezen. De mensen die hier werken zijn gipsverbandmeesters. De gipsverbandmeester laat zien uit welke kleuren je kan kiezen.
- Met een apparaatje wordt het gips eraf gehaald. Om het geluid dat het apparaatje maakt minder goed te horen, kun je een koptelefoon krijgen. Het apparaatje trilt, waardoor het gips open gaat.
- Lees hier meer over de gipskamer.
De ECG ruimte
- Het hartfilmpje wordt gemaakt terwijl je op een bed ligt. Papa en mama mogen bij je blijven. Er worden plakkers op je armen, benen en borstkas geplakt. Aan de plakkers zitten elektrodes. Aan elke elektrode wordt een draadje vastgemaakt dat naar een computer gaat.
- Als je heel stil ligt, is het hartfilmpje meestal snel klaar. Het duurt vaak maar 10 tellen. De computer maakt een filmpje van je hart. De dokter kan hierdoor zien hoe je hart werkt. Je kunt ter afleiding een filmpje kijken of muziek luisteren. Ook kun je een ademhalingsoefening doen of je ogen dicht doen en aan iets leuks denken.
- Je krijgt een klein lampje om je vinger of teen om de zuurstof in je lichaam te meten. Het lampje wordt vastgemaakt met een pleister.
- Voordat het hartfilmpje wordt gemaakt, word je gewogen (op de weegschaal) en gemeten (met de meetlat). Je krijgt daarna een band om je arm om je bloeddruk te meten. De band wordt opgepompt, waardoor hij best strak om je arm komt te zitten. Dat voelt een beetje als een zwembandje wat te hard is opgeblazen.
- Op een speciale tv is je hartslag te zien. Elke keer dat je hart klopt, zie je de het lijntje op en neer gaan. Met een hartfilmpje kan de dokter zien hoe je hart werkt: hoe snel het klopt, hoe vaak en met welk ritme.
- Lees hier meer over een ECG.
Ingang operatiekamer
- Voordat je een operatie krijgt, wordt je in deze kamer welkom geheten. Samen met papa of mama (of je verzorgende) en de verpleegkundige moet je hier eventjes wachten tot de dokter je komt ophalen.
- In deze ruimte staat een speciale auto. Als je niet in je bed hoeft te blijven liggen, mag je soms, als je dat leuk vindt, met de auto naar de operatiekamer rijden.
- Papa of mama (of je verzorgende) mag hier een speciale jas aantrekken. Ook zijn er hoesjes voor om de schoenen. Zo zorgen we dat het in de operatiekamer zo schoon mogelijk is.
De voorbereidingsruimte
- Deze kamer noemen we de voorbereidingskamer. Daar wacht je samen met papa of mama tot je de operatiekamer in mag.
- Je bent hier maar heel even, maar de kamer ziet er wel heel vrolijk uit. Er staan mooie vlinders op de kastjes.
Een operatiekamer
- Na de voorbereidingsruimte kom je in de operatiekamer. Papa of mama (of je verzorgende) mag met jou mee naar binnen en bij je blijven totdat je in slaap bent gevallen.
- De kamer ziet er best indrukwekkend uit! De apparaten die je ziet helpen de dokters om jou beter te maken. Ze kunnen bijvoorbeeld zien hoe je hart klopt.
- Ook zie je grote lampen. Ze helpen de dokters om goed te kunnen zien wat ze doen.
- Dit is het kapje, hiermee kan de dokter jou in slaap brengen. Hij vraagt jou om rustig door het kapje te ademen. Je voelt dat je in slaap gaat vallen. Soms kiest de dokter voor een infuus. Als je weer wakker wordt, zie je papa of mama (of je verzorgende) weer in de uitslaapkamer.
De uitslaapkamer
- In de uitslaapkamer ben je maar heel even. Als je uit de operatiekamer komt, slaap je meestal nog. Je wordt dan naar deze kamer gebracht om goed wakker te kunnen worden. In deze kamer zie je papa of mama weer. Zodra de verpleegkundigen zien dat alles goed gaat met je, mag je terug naar je eigen kamer in het ziekenhuis.
- Meestal lig je op je rug in je bed. Als je dan wakker wordt, zie je deze mooie vlinders als eerste!
- In deze kamer liggen meerdere kinderen. Ieder kind heeft een eigen plekje met een speciale computer erbij. Op de computer kunnen de dokters en verpleegkundigen zien hoe het met jou gaat.