Silver-Russell syndroom (SRS): over deze aandoening
Wat is het Silver-Russell syndroom (SRS)?
Wat is deze aandoening?
Het Silver-Russell syndroom (SRS) is een zeldzame aangeboren aandoening met een genetische oorzaak. Kinderen met SRS lopen vaak al tijdens de zwangerschap een groeiachterstand op, die na de geboorte niet vanzelf bijtrekt. Hierdoor zijn ze kleiner en lichter dan kinderen zonder deze aandoening. Na de geboorte hebben kinderen met SRS daarnaast vaak moeite met eten, door weinig eetlust of moeite met slikken.
Hoe vaak komt het voor?
Eén op de 30.000 tot 100.000 kinderen wordt geboren met het Silver-Russell syndroom. Deze aandoening heeft altijd een genetische oorzaak, meestal een spontane genetische mutatie. Een spontane genetische mutatie betekent dat de ouders het syndroom niet doorgeven aan hun kind, maar dat de mutatie tijdens de zwangerschap ontstaat.
Meer informatie over het Silver-Russell syndroom:
- Patientvereniging SGA platform
- We hebben onze kennis over het Silver-Russell syndroom gebundeld in de informatiemap: 'Wegwijzer Silver-Russell syndroom'. Deze kunt u aanvragen door een e-mail te sturen aan het Expertisecentrum Zeldzame Groeistoornissen.
Oorzaak
Het Silver-Russell syndroom is een aangeboren aandoening met een genetische oorzaak. Dat betekent dat er een fout in het DNA voorkomt. Alle erfelijke informatie is opgeslagen in ons DNA, dat in al onze lichaamscellen zit. Ieder mens heeft 23 paar (in totaal 46) chromosomen in elke lichaamscel. Van elk paar krijgt een kind één chromosoom van de moeder en één van de vader. Bij de meeste kinderen met SRS gaat er iets mis bij chromosoom 11 of chromosoom 7, waar belangrijke stukjes erfelijk materiaal niet tot uiting komen.
Symptomen en gevolgen
De meeste kinderen met het Silver-Russell syndroom hebben tijdens de zwangerschap en na de geboorte een groeibeperking in lengte en gewicht.
Kinderen met SRS hebben vaak de volgende kenmerken:
- Een relatief groot hoofd (macrocefalie) met een driehoekige vorm en een naar voren bollend voorhoofd.
- Voedingsproblemen na de geboorte, met daarbij ook vaak lage bloedsuikerspiegels.
- Een afwijkende lichaamssamenstelling met lage vetmassa en lage spiermassa.
- Vertraagde groei en ontwikkeling.
- Asymmetrie (ongelijkmatigheden) in het lichaam.
- Een laag onderhuids vetgehalte.