Pijnklachten

Hoe vaak komt het voor?

Chronische pijn komt voor bij een op de vijf volwassenen in Europa. Vaak wordt bij pijn die al zo lang duurt, geen specifieke oorzaak meer gevonden. Er is meestal geen duidelijke relatie meer tussen de oorzaak van de pijn (de weefselschade) en de pijnprikkel. Dan kunnen er meerdere redenen zijn waarom de pijn blijft bestaan. Dan kunnen psychische en sociale factoren een rol spelen. Al die factoren, lichamelijk, psychisch en sociaal kunnen van invloed zijn op je situatie met pijn.

Hoeveel kinderen last hebben van chronische pijn, is niet precies bekend. Naar schatting heeft een op de vijftig kinderen chronische pijnklachten. Zij hebben vaak last van vermoeidheid, vergeetachtigheid en slaapstoornissen. Voorbeelden hiervan zijn kinderen die niet naar school gaan waardoor zij het contact missen met leeftijdsgenoten wat kan leiden tot een emotioneel en/of sociaal isolement. 

Acute pijn weefselschade - nociceptieve pijn
De pijn is afkomstig van schade aan het weefsel.
Dit is voor veel kinderen bekende pijn.
Voorbeelden: het stoten van je hoofd of wanneer je je voet verzwikt.
Deze pijn heeft een waarschuwingssignaal, opgelet er is iets aan de hand!!

Zenuwpijn - neuropatische pijn
Ontstaat door een beschadiging of beknelling van een zenuw of door omliggende weefsel wat druk kan geven op de zenuwen.
Deze pijn voelt anders dan de acute pijn, de nociceptieve pijn.
Deze pijn is vaak brandend, tintelend en/of schietend.

Bekijk hier de medifoor zenuwpijn volumeregelaar.

Nociplastische pijn -overgevoeligheid - sensitisatie
Bij deze pijnklachten is er geen duidelijke bewijs voor weefselschade of aanwijsbaar probleem van de zenuwen wat de pijnklachten kan verklaren.
Het pijnsysteem is dan zelf gevoeliger geworden en is dit overgevoelige pijnsysteem is de oorzaak van de aanhoudende pijnklachten. Er is dan geen aanwijsbare lichamelijke oorzaak welke de pijnklachten kunnen verklaren

Bekijk hier een overzicht van de patiëntenorganisaties die betrokken zijn op het vlak van (chronische) pijn.

Vaak wordt bij chronische pijn die al zo lang duurt, geen lichamelijke oorzaak meer gevonden. Er is meestal geen duidelijke relatie meer tussen de oorzaak van de pijn (de weefselschade) en de pijnprikkel. Dan kunnen er meerdere redenen zijn waarom de pijn blijft bestaan. Dan kunnen psychische en sociale factoren een rol spelen. Dat is een van de redenen waarom men tegenwoordig pijnklachten beoordeeld aan de hand van het bipsychosociale model en men bij aanhoudende pijnklachten niet meer alleen kijkt naar oorzaak gevolg. Al die factoren, lichamelijk, psychisch en sociaal kunnen van invloed zijn op je pijnbeleving.

Bij de ontwikkeling van langdurige pijn kunnen ‘uitlokkende’ maar ook ‘onderhoudende’ en ‘versterkende’ factoren een rol spelen.

Pijnklachten kunnen ook aanhouden, omdat men altijd aan de pijn denkt en met de pijn bezig is. Hierdoor kan de pijn ook in stand gehouden worden. Afleiding kan je helpen om minder aan je pijnklachten te denken.

Vanuit het kinderpijncentrum van het Sophia kinderziekenhuis is samen met een mindfulnesstrainer en yogadocent de Beter in je vel coach ontwikkelt. Zie onderaan aan deze pagina. Hierin kan je allemaal oefeningen terugvinden om je gedachten te verzetten waardoor je je beter kunt ontspannen.

Chronische pijn

Bij aanhoudende pijnklachten verandert dat je leven. Door de vaak continue pijn kan je niet doen wat je graag zou willen.

De pijn kan ervoor zorgen dat je niet naar school kunt. Hierdoor kan het zijn dat je geen klasgenootjes meer ziet waardoor het steeds lastiger wordt om weer naar school te gaan. 

“Pijn zit altijd tussen de oren. Maar pijn wordt pas pijn als er emotie bij komt. Pijn is een prikkel in de hersenen, die daarmee aangeven dat er ergens in het lichaam weefselschade is. Bij chronische pijn ligt dat vaak anders. Dan zijn de zenuwen die het pijnsignaal aan de hersenen doorgeven overprikkeld. Zelfs wanneer de oorspronkelijke aanleiding allang is verdwenen, kan de pijn aanhouden. Je krijgt dan pijnsignalen zonder dat er iets beschadigd hoeft te zijn.”

• Lichamelijk onderzoek door een fysiotherapeut.
  Afhankelijk van ons behandelplan zorgen we voor een verwijzing naar een fysiotherapeut in jouw buurt. Wij adviseren de fysiotherapeut met een behandelplan waarvan wij denken dat dit er voor kan zorgen dat de pijnklachten verminderen.
• Beeldvorming.
  Wanneer wij denken dat voor het herstel van jouw pijnklachten beeldvorming nodig is maken wij een verwijzing naar de afdeling radiologie. Zij maken dan de ECHO of MRI.
• Echo.
• MRI.
• Spier- en zenuwonderzoek.
• Psychologisch onderzoek.
  De psycholoog luister naar jouw verhalen en zij geven het multidisciplinaire team van de pijn advies wat wij opnemen in ons behandelplan.
  Waar nodig nemen wij contact op met de zorgverleners in jouw omgeving.

• Medicamenteuze behandeling. 
• TENS.
• Iontoforese.
• Pijneducatie.

Voor geen van deze behandelingen hoeft uw kind in het ziekenhuis te blijven. Tenzij uw kind om andere redenen natuurlijk in het ziekenhuis ligt. Maar anders mag u iedere keer gewoon naar huis.

• De kinderfysiotherapeut onderzoekt, behandelt, adviseert en begeleidt bij problemen met de houding, manier van bewegen of conditie.
• De anesthesioloog weet alles over hoe we pijn met medicijnen kunnen bestrijden. Het is een expert in het voorkomen of verdoven van pijn.
• De physician assistant geeft advies, voert zelf onderzoeken uit of verricht behandelingen.
• De psycholoog begrijpt heel goed hoeveel invloed pijn op het leven van uw kind heeft.