Als u op het spreekuur komt, zal de doktersassistente de lengte en zithoogte van uw kind meten, het gewicht bepalen en ook de lengte van vader en moeder meten.
De endocrinoloog zal de groeigegevens bekijken. Neem daarom het groeiboekje mee. Is de lengte van uw kind ook op andere momenten gemeten? Neem dan ook die uitkomsten mee. Er zullen vragen worden gesteld over de gezondheid van uw kind, het eetpatroon, eventuele klachten en de lengte van familieleden.
Ook vragen we naar de puberteit (eerste menstruatie, groeispurt) van eventuele zussen/broers en van u als ouders.
Na alle vragen zal uw kind lichamelijk onderzocht worden. We letten op eventuele opvallende kenmerken aan het gezicht, de handen, voeten, nagels en de huid. Ook kijkt de arts of uw kind al in de puberteit komt.
Soms is verder onderzoek nodig. Standaard maken we een röntgenfoto van de hand, waarbij de botleeftijd bepaald wordt. Dit geeft een beeld van de botrijping en is van invloed op de eindlengte.
Het bloed onderzoeken we op aanwijzingen voor ziekteoorzaken van een groeistoornis. De nierfunctie en schildklierfunctie worden nagekeken, en bloedarmoede en coeliakie worden uitgesloten. De groeifactoren worden bepaald en afhankelijk van de uitslagen kan een groeihormoonstimulatietest nodig zijn.
Deze ‘clonidinetest’ en ‘arginine-tolerantietest’ worden gedaan op de dagbehandeling. Zo kunnen we kijken of uw kind groeihormoondeficiëntie heeft. Bij meisjes kan aanvullend onderzoek naar de geslachtschromosomen nodig zijn om het syndroom van Turner uit te sluiten.
Als u met uw kind op het spreekuur komt, zal de doktersassistent uw kind meten en wegen. De endocrinoloog bekijkt de groeigegevens en stelt vragen over de gezondheid van uw kind.