Anorectale malformatie: over deze aandoening
Wat is een anorectale malformatie?
Een anorectale (van de anus) malformatie (verkeerd aangelegd) is een aangeboren afwijking. Tijdens de vroege ontwikkeling van het ongeboren kind (tussen de zesde en achtste week van de zwangerschap) ontwikkelen het laatste gedeelte van de oerdarm, de blaas, de endeldarm en de anus zich. Bij kinderen met een anorectale malformartie gaat er iets mis in de aanleg van de endeldarm en de anus. Hierdoor is de anus niet aanwezig, ziet er anders uit of is op een abnormale plaats gelegen. Als gevolg hiervan kan de ontlasting niet op een normale manier naar buiten komen. Afhankelijk van op welk moment de aanleg mis gaat, uit de aandoening zich anders.
Meer informatie over deze aandoening leest u op:
- Vereniging Anusatresie; vereniging voor mensen geboren met Anorectale Malformatie en hun ouders en familie.
- Maag Lever Darm stichting.
- Zicht op Zeldzaam; overzicht van alle Nederlandse (patiënten)organisaties, fondsen en expertisecentra op het gebied van anorectale malformatie.
- Expertisenetwerk anorectale malformaties (ARM).
Hoe vaak komt het voor?
Er worden in Nederland per jaar ongeveer 40 à 50 kinderen geboren met een anorectale malformatie.
Soorten
Soms is er helemaal geen anale opening te zien. Er kan dan wel een verbinding zijn tussen de endeldarm en de urinewegen (bij jongens) of tussen de endeldarm en de vagina en urinewegen (bij meisjes).
De bekkenbodemspieren en de uitwendige kringspier zijn altijd aangelegd, maar de kwaliteit en ontwikkeling van die spieren kan wisselen.
Oorzaak
Een anorectale malformatie kan voorkomen bij kinderen met een syndroom, zoals het Down syndroom. Bij een kind met anorectale malformatie kunnen ook andere afwijkingen voorkomen, zoals aandoeningen aan het hart, de wervelkolom, de slokdarm of luchtpijp, handen of voeten, of aan de nieren en urinewegen (VACTER-L associatie).
Symptomen en gevolgen
Als de opening afwezig is of als er een nauwe doorgang is, kan het kind de ontlasting niet kwijt. Het drinken lukt in het begin nog wel, maar al gauw wordt het kind misselijk en moet het spugen. De buik zet op door opzwellen van de darmen.