Over deze operatie
Wat we gaan doen
Wat is deze operatie?
Deze operatie wordt over het algemeen verricht ter voorkoming van een beroerte.
In de halsslagader is aderverkalking ontstaan. De beroerte treedt op doordat vanuit de aderverkalking in de halsslagader bloedpropjes naar de hersenen kunnen schieten en daar zuurstoftekort veroorzaken.
De operatie is erop gericht om de aderverkalking in de halsslagader achter een stent vast te zetten en de doorgang van de slagader te verbeteren.
Hoe gaan we te werk?
De operatie vindt onder lokale verdoving plaats. Tijdens en na de operatie wordt uw bloeddruk goed in de gaten gehouden en heeft u een infuus.
Via een bloedvat in de lies (of soms via de arm) wordt een dun buisje in het bloedvat geschoven.Dit buisje blijft tijdens de hele behandeling zitten en geeft toegang tot de slagader. Door het buisje wordt vervolgens een dunne katheter gebracht en opgeschoven tot in de slagader van de hals. Door de katheter wordt contrastvloeistof ingespoten. Dit kan een warm gevoel geven.
Tijdens het inspuiten van de contrastvloeistof maken we foto's om de precieze plaats van de vernauwing te vinden. Met de actuele foto's bepalen we vervolgens waar de stent geplaatst moet worden. Via de katheter wordt vervolgens een samengedrukte stent tot op de plaats van de bloedvatvernauwing gebracht. Zodra we zeker zijn van de juiste positie, wordt de stent van de katheter losgemaakt, zet de stent uit en duwt het bloedvat open.
Nadat de stent is geplaatst maken we nog een controlefoto en als alles er goed uitziet, is de behandeling klaar. Het slangetje wordt uit uw bloedvat gehaald en sluiten we het prikgat in het bloedvat (angio-seal).
De operatie duurt circa 2 uur.
Wat is het doel?
Opheffen vernauwing waardoor de kans op een beroerte (TIA of CVA) aanzienlijk afneemt.
Voorbereiding
Voorafgaand aan de operatie
U wordt op de dag van de operatie of de dag ervoor in het ziekenhuis opgenomen. Tussen de opname en de operatie zullen, onder andere, de verpleegkundige, anaesthesist en de arts bij u langskomen om zaken rondom de operatie te bespreken.
U dient vanaf enige tijd voor de operatie nuchter te blijven. Tijdens een polikliniek afspraak wordt u hierover geïnformeerd. ook wordt u geïnformeerd over welke van uw medicijnen u niet of juist wel (bloedverdunners) in dient te nemen.
Bijwerkingen & complicaties
Tijdens de operatie
U bent plaatselijk verdoofd, waardoor u geen pijn tijdens de behandeling ervaart. Wel is het belangrijk, dat u goed stil blijft liggen.
Kort na de operatie
Na de operatie verblijft u op de verpleegafdeling. U heeft een infuus om vocht en eventueel medicatie toe te dienen. U mag ook weer eten en drinken. Verder wordt u regelmatig gecontroleerd, met name uw bloeddruk.
Het kan zijn dat u hoofdpijn krijgt, doordat er ineens meer bloed door de slagaders stroomt. Alle veranderingen die u ervaart, moet u aan de verpleegkundige of arts doorgeven, zodat, indien nodig, hier tijdig actie op kan worden ondernomen.
Na de ingreep moet u enige tijd plat in bed blijven liggen. Na deze periode mag u iets rechtop in bed zitten. Tijdens de eerste dag na de ingreep mag u al uit bed. Verder moet u het rustig aan doen. De tweede dag na de ingreep mag u meer uit bed komen en het lopen uitbreiden en volgt vaak het ontslag.
Thuis
De tweede of derde dag na de ingreep mag u meestal naar huis. U krijgt een afspraak mee voor poliklinische controle bij de chirurg.
U kunt langzamerhand uw oude leven weer oppakken. U voelt zelf wat wel en niet kan. Zwaar huishoudelijk werk en tillen moet u de eerste zes weken na de operatie vermijden.
U mag weer douchen nadat de operatiepleister is verwijderd. Baden mag weer 14 dagen na de operatie. Bij voorkeur niet roken en een hoge bloeddruk vermijden.
Het is essentieel dat u de voorgeschreven bloedverdunners volgens voorschrift blijft gebruiken.
Wanneer neemt u contact op?
U dient contact met ons op te nemen als:
- de punctieplaats in de lies of arm rood, warm en pijnlijk of gezwollen is; dit kan een ontsteking zijn;
- u koorts heeft;
- u uitvalsverschijnselen van een arm en/of been aan de niet-geopereerde zijde heeft;
- u een verandering in spraak-, slik- of gezichtsvermogen ervaart.
Neem bij twijfel, lichamelijke klachten en vragen contact op met het vaatsecretariaat van het Erasmus MC. De contactgegevens ontvangt u na de operatie.
Met wie heeft u te maken?
Aandoeningen
- Carotisstenose
- Halsslagadervernauwing