Projectonderwijs is een van de nieuwe onderwijsmethodes in de bachelor Geneeskunde. Studenten werken hierbij, onder begeleiding van een PO-docent, samen aan maatschappelijke gezondheidsvraagstukken en ontwikkelen vaardigheden en competenties die essentieel zijn voor de arts van de toekomst. Benieuwd hoe dit eruitziet in de praktijk? Universitair docent Wilma Stolk vertelt meer over haar rol: ‘Leuk om studenten wegwijs te maken in het onderzoek doen.’
Een PO-docent ondersteunt en begeleidt studenten tijdens het projectonderwijs. Niet alleen inhoudelijk op het doen van onderzoek, maar ook op het aanleren van competenties zoals samenwerken, leiderschap en communicatie. Wilma is sinds afgelopen maart PO-docent.
Wegwijs
‘Het is leuk om studenten wegwijs te maken in het onderzoek en ook leuk om ze te zien groeien in zo’n project. Ze beginnen met het onderzoekje terwijl ze nog niet weten wat onderzoek is.’
‘Maar gaandeweg zie je dat zij een soort van passie krijgen rondom het onderwerp, ze gaan zich er echt aan vastbijten. Het lukt ze bijna altijd om een goed antwoord te vinden op de vraag en een leuk product af te leveren.’ - Wilma Stolk
Onderwijs van binnenuit
‘Het is ontzettend leuk’, vertelt Wilma. ‘Het onderwijs zit echt heel goed in elkaar en is leuk om te geven. Ik vind het ook heel leuk om op deze manier bij het nieuwe Erasmusarts 2030 curriculum betrokken te zijn en het van binnenuit te leren kennen. Te zien hoe de mooie plannen in praktijk gebracht worden en wérken voor de studenten.’
Het eerste project
Voor het eerste project doen studenten wetenschappelijk onderzoek naar het verband tussen het aantal gelopen stappen van eerstejaarsgeneeskundestudenten aan het Erasmus MC en een andere (zelf te bedenken) variabele. Bijvoorbeeld schermtijd of hoe iemand zich voelt.
Zelf nadenken
PO docenten begeleiden meerdere groepjes en elke week is er per groepje een sessie van 2 uur ingeroosterd. De studenten werken dan met de PO-docent inhoudelijk aan hun onderzoek. De PO-docent kijkt op die momenten ook goed naar de onderlinge samenwerking.
Wilma: ‘Het projectonderwijs gaat niet alleen om uitvoeren van het onderzoek. Het gaat ook over leren samenwerken, leiderschap tonen en communiceren. Als PO-docent, probeer ik een vinger aan de pols te houden, in ieder geval om te kijken of het goed gaat. En ik probeer ook met ze in gesprek te gaan, bijvoorbeeld over het niet nakomen van afspraken. Daarnaast is er ook een stuk inhoudelijke coaching. Daarbij is het niet de bedoeling dat ik precies aangeef wat ze moeten. Ik probeer juist te adviseren zodat ze sámen bedenken hoe ze iets het beste kunnen aanpakken.’
Focus op competenties
Studenten maken aan het begin een samenwerkingsovereenkomst waarin zij hun persoonlijke leerdoelen beschrijven. Zo kan een student die altijd de leiding neemt, juist leren hoe het is om minder prominent aanwezig te zijn en kan een student die stiller is, nu voorzitter worden.
Narratieve feedback
De PO-docent vult na afloop rubrics in van verschillende competenties. De narratieve feedback is enorm belangrijk. De student kan zich met de feedback gerichter en beter ontwikkelen. De besliscommissie kan aan de hand van de feedback een betere beslissing nemen over hoe de student zich over de hele competentie ontwikkelt. Die narratieve feedback geeft de besliscommissie handvatten om te zien wat er nou aan de hand is. Wilma: ‘Is de student bijvoorbeeld vaak afwezig geweest of doet die niet constructief mee.’ Het formuleren van narratieve feedback en het beoordelen van de studenten op competenties is voor haar een uitdaging. ‘Daarbij is met name in het voortraject de uitdaging hoe je je rol op de juiste manier aanpakt: de juiste vragen stellen en de juiste manier van coachen zodat ze daar echt iets mee doen.’
Training & Intervisie
Deze rol is nieuw, maar ze staan er niet alleen voor; PO-docenten krijgen trainingen en intervisie. ‘Een van de twee trainingen ging over de beoordelingen: waar worden studenten op beoordeeld en hoe? Toen kregen we ook de rubrics te zien waarop ze worden beoordeeld. Dat hielp wel echt om een beetje beeld ervan te krijgen.’
‘De groepjes zijn niet allemaal hetzelfde. Sommigen zijn heel actief, die zijn bij alle opkomsten aanwezig, de sfeer is goed, ze luisteren naar elkaar. Daar voel je dat zit wel goed. Bij andere groepjes ontbreken studenten of komen zij geen afspraken na. Dan kan je soms een niet-pluisgevoel hebben.’ Daar is de intervisie weer voor. PO-docenten wisselen ervaringen uit. En we kunnen in de groep vragen stellen als: ‘Hoe doen jullie dat? Welke vragen stellen jullie? Wanneer ga je in actie komen?’.
Ook PO-docent worden?
De geneeskundeopleiding is nog op zoek naar PO-docenten. Zou jij het leuk vinden om studenten tijdens PO te ondersteunen? Neem dan een kijkje op de Agora-pagina PO-docent, of loop een dagje mee.
- Lees meer over de rol op Agora
- Vragen? Mail Arjen Korpershoek. Zoek zijn mailadres in de bereikbaarheidsgids.
Lees meer over Projectonderwijs op de website van Erasmusarts 2030.