Darmfalen

Er is sprake van darmfalen wanneer de dunne darm onvoldoende voeding en/of vocht kan opnemen. Doordat de voeding niet (volledig) door de darm kan worden opgenomen ontstaan klachten als diarree, buikpijn, spugen en verminderde groei.

Omdat de darm onvoldoende voeding kan opnemen, is het belangrijk om voeding direct via een infuus (centrale lijn) toe te dienen, infuusvoeding of parenterale voeding genoemd (TPV).

Hoe vaak komt het voor?

Darmfalen is zeldzaam. In Nederland worden er ongeveer zestig tot zeventig kinderen met infuusvoeding thuis behandeld.

Hieronder kunt u een filmpje bekijken met informatie over darmfalen. Dit filmpje is gemaakt in samenwerking met Stichting Vrienden voor Sophia (2018 sporten voor Sophia).

Oorzaken van darmfalen zijn:

• Een te korte darm, doordat de darm niet goed is aangelegd of een deel van de darm operatief is verwijderd.
• Een darm die niet normaal beweegt.
• Een darm met een afwijking in de cellen van het slijmvlies waardoor geen of weinig voeding kan worden opgenomen.

Darmfalen is niet altijd helemaal te verklaren, en vaak gaat het om een combinatie van factoren.

Doordat de voeding niet (volledig) door de darm kan worden opgenomen, ontstaan klachten als diarree, buikpijn, spugen en verminderde groei.

Daarnaast kan darmfalen en de behandeling met infuusvoeding leiden tot gerelateerde infuusproblemen zoals infectie van de centrale lijn. Ook kan de infuusvoeding schadelijk zijn voor de lever en zorgen voor een minder goede opbouw van de botten.

Doel van de behandeling is het afbouwen van de infuusvoeding en ophogen van de voeding via de darmen. Dit wordt darmrevalidatie genoemd. Hoe snel de infuusvoeding kan worden afgebouwd, hangt af van verschillende factoren en wordt per patiënt bekeken aan de hand van de groei, de hoeveelheid ontlasting en bepaalde waarden in het bloed en de urine. Dit proces kan lang duren en heeft vaak een wisselend beloop. Tijdens de periode van afbouw van infuusvoeding is het belangrijk dat uw kind goed blijft groeien. Ook is het belangrijk om eventuele bijwerkingen van de infuusvoeding op te sporen en te verminderen.

Medicatie

Er kunnen verschillende medicijnen gegeven worden die onder andere de maagzuurproductie remmen of de diarree verminderen. Veel gebruikte medicijnen zijn omeprazol en esomeprazol (remmen maagzuur), colestyramine (vangt galzouten weg) en antibiotica om het aantal bacteriën in de darm te verminderen.

Chirurgische mogelijkheden

Als ondanks darmrevalidatie en medicatie de voeding via de darmen niet opgehoogd kan worden, kan een operatie overwogen worden. Dit is alleen mogelijk als er sprake is van een te korte darmlengte en de darm erg verwijd is. De voor- en nadelen hiervan worden op dat moment met u besproken door de kinderchirurg.

Het darmfalenteam bestaat uit kinderarts maag-, darm- en leverziekten (MDL), kinderchirurgen, verpleegkundig specialisten en diëtisten. Het team wordt ingeschakeld tijdens de opname van uw kind en geeft advies over de behandeling. Als uw kind naar huis gaat met infuusvoeding, ziet u dit team ook tijdens het darmfalenspreekuur op de polikliniek.