Congenitale sferocytose: over deze aandoening
Wat is congenitale sferocytose?
Bij congenitale sferocytose heeft de celwand van de rode bloedcellen een afwijkende vorm. De rode bloedcellen zijn daarom kwetsbaarder en de milt vangt ze sneller weg en breekt ze af. Deze afbraak van rode bloedcellen noemen we hemolyse. Door de hemolyse kan er bloedarmoede ontstaan.
Hoe vaak komt het voor?
Congenitale sferocytose is de meest voorkomende oorzaak van chronische hemolytische bloedarmoede bij personen die oorspronkelijk uit Noord-Europa komen. Ongeveer drie op de tienduizend pasgeborenen heeft congenitale sferocytose.
Oorzaak
Congenitale sferocytose is een erfelijke aandoening. Een of meer afwijkingen in de eiwitten van het celmembraan van de rode bloedcel veroorzaken de aandoening. Hierdoor ontstaan zogenaamde sferocyten, ook kogelcellen genoemd. Deze sferocyten zijn kwetsbaarder dan gezonde rode bloedcellen. De milt vangt ze sneller weg en breekt ze af. Hierdoor overleven de rode bloedcellen geen 120 dagen maar ongeveer 30 - 40 dagen.
Symptomen en gevolgen
Symptomen
Ongeveer een vijfde tot een derde van de patiënten met sferocytose hebben geen symptomen. Ruim twee derde van de patiënten heeft de eerste verschijnselen na de geboorte: geelzucht en bloedarmoede. Symptomen die zich later kunnen voordoen:
- Vermoeidheid door tekort aan rode bloedcellen.
- Perioden van geelzucht. De huid en het oogwit krijgen dan een gelige kleur.
- Pijn in de bovenbuik door een vergrote milt of door galstenen.
Gevolgen
- Galsteenkoliek. Als een galsteen vast zit in een galgang kan er heftige pijnlijke kramp in de buik ontstaan.
- Ernstige bloedarmoede na een infectie doordat er veel rode bloedcellen worden afgebroken. Of omdat er kortdurend geen rode bloedcellen worden aangemaakt.
- Groeivertraging.