Subcutane immunotherapie

Stappenplan

De behandeling van een allergie verloopt in 3 stappen:

1. Het zoveel mogelijk vermijden van de stof die allergische klachten veroorzaakt (bijvoorbeeld door saneren - ‘gezond maken’ - van de slaapkamer).
2. Het onderdrukken van de allergische klachten met medicijnen.
3. Het volgen van een injectiekuur met de stof die de allergische klachten veroorzaakt. Dit noemen we ook wel hyposensibilisatie, allergie vaccinatie of immunotherapie.

Wat is een injectiekuur (subcutane immunotherapie)?

Met een injectiekuur proberen we de ernst en duur van de allergische klachten te verminderen. Het doel van de behandeling is het afweersysteem van uw kind zo te beïnvloeden, dat de allergie afneemt en uw kind tolerant wordt voor een allergeen. Het duurt enige jaren voordat hiermee de allergische klachten bij uw kind verminderen of mogelijk zelfs verdwijnen. Het is daarom ook noodzakelijk dat u en uw kind goed gemotiveerd zijn en achter de behandeling staan.

Voor wie?

De behandeling blijkt te werken bij een allergie voor:

• pollen: boompollen en graspollen
• huisstofmijten
• bijengif
• wespengif

Vaak blijft naast de injectiekuur nog een aanvullende behandeling met geneesmiddelen nodig. Maar minder dan voor de injectiekuur.

Toestemming nodig voor behandeling

Er bestaan nationale en internationale richtlijnen voor de uitvoering van de injectiekuur. Deze zorgen ervoor dat de behandeling zo veilig mogelijk verloopt. Aan u als ouders (en/of uw kind - afhankelijk van de leeftijd) wordt toestemming gevraagd voor deze behandeling in het kader van de Wet op de Geneeskundige Behandelingsovereenkomst (WGBO).

Fasen injectiekuur

De injectiekuur bestaat uit 2 fasen:

• de instelfase
• de onderhoudsfase

Bij de instelfase krijgt uw kind elke week 1 of meerdere onderhuidse injecties, afhankelijk van het aantal te behandelen allergieën. Uw kind krijgt wekelijks steeds een grotere hoeveelheid totdat na een aantal maanden (+/- 4 maanden) een bepaald maximum is bereikt. Daarna gaat de behandeling over in een onderhoudsfase. Hierbij krijgt uw kind iedere maand gedurende 3 tot 5 jaar injecties, bij een deel van de kinderen kan dit via de huisarts.

Lichamelijke conditie van uw kind

De start van een injectiekuur is altijd in een relatief klachtenvrije periode. Voor hooikoortspatiënten bijvoorbeeld ruim voor het begin van het hooikoortsseizoen.

Uw kind moet voor de injecties in een goede lichamelijke conditie zijn. Voor elke injecties willen wij graag weten:

• Hoe de vorige injectie is verlopen.
• Of uw kind anti-allergische medicijnen heeft ingenomen.
• Of uw kind zich niet ziek/verkouden of grieperig voelt.
• Of er iets is gewijzigd in het medicijngebruik van uw kind. Sommige medicijnen (zoals voor hoge bloeddruk) mogen namelijk niet bij een injectiekuur gegeven worden.

Wanneer uitstellen van de injecties
De injectie moet minstens 1 week uitgesteld worden:

• Als uw kind flink verkouden is.
• Als uw kind een (kinder-)ziekte heeft met koorts
• Als uw kind recent een vaccinatie heeft gehad (bijvoorbeeld tegen griep)
• Na een allergeeninjectie

In de uren na de injectie mag uw kind zich niet zwaar lichamelijk inspannen (intensief sporten).

Vaak ontstaat op de plaats van de injectie een jeukende zwelling en roodheid. Dit verdwijnt binnen enkele dagen. Meestal is dit alleen hinderlijk en niet ernstig.

Algemene allergische reactie

Een algemene allergische reactie met overal jeuk, jeukende ogen, niezen, kortademigheid en (uiterst zeldzaam) bloeddrukdaling komt zeer zelden voor en moeten we zoveel mogelijk vermijden. Zo’n reactie ontstaat meestal binnen een half uur na de prik. Daarom moet uw kind na de injectie een half uur wachten, zodat wij hem als het nodig is meteen kunnen helpen. Dit geldt voor alle injecties, van de eerste tot de laatste na bijvoorbeeld 5 jaar.

Belangrijk: uw kind moet altijd minstens 30 minuten na elke injectie blijven wachten.

Krijgt uw kind klachten aan de huid, neus, ogen, longen. Of voelt uw kind zich niet lekker, meldt u dit dan direct bij de arts of doktersassistente. Wij kunnen uw kind dan snel behandelen en veel narigheid voorkomen. Zelden ontstaat er een reactie na enkele uren. Gebeurt dit toch, gaat u dan terug naar het ziekenhuis of naar de dichtstbijzijnde (huis)arts voor een ‘tegen’ behandeling.


Na een algemene reactie doen we altijd onderzoek naar de mogelijke oorzaak en bespreken we hoe we verder gaan met behandelen.

Kinderhaven (010) 404 37 00
Polikliniek Kinderthoraxcentrum (010) 703 62 93