Naar topnavigatiemenu Naar hoofdnavigatiemenu Naar hoofdinhoud
Patiëntenfolder

Amblyopie

Het luie oog

De oogarts of de orthoptist heeft bij uw kind amblyopie vastgesteld. We hebben informatie over amblyopie en de behandeling ervan voor u op een rij gezet, zodat u weet waar u aan toe bent, en u uw kind goed kunt voorbereiden.

Download PDF

Wat is amblyopie

Amblyopie, oftewel het luie oog, is een verminderd gezichtsvermogen in 1 oog of beide ogen, ondanks het dragen van de optimale brilsterkte. Amblyopie kan ontstaan in de eerste levensjaren, vanaf de geboorte tot circa 7 jaar. Deze periode wordt de sensitieve periode genoemd. In deze periode is amblyopie goed te behandelen, daarna is de behandelingseffectiviteit gering.

Oorzaken van amblyopie

Een lui oog ontstaat wanneer de normale visuele ontwikkeling tijdens de sensitieve periode wordt belemmerd. De meest voorkomende oorzaken zijn:

Refractie afwijkingen (brilsterkte)
  • Anisometropie: verschil in brilsterkte tussen de beide ogen, waarbij het oog met de hoogste brilsterkte een waziger beeld aan de hersenen geeft en dit vervolgens onderdrukt wordt.
  • Hoge brilsterkte aan beide ogen, waarbij de visuele ontwikkeling niet optimaal verloopt en resulteert in verminderd zicht aan beide ogen.
Strabismus (scheelzien)
Het beeld van het scheefstaande oog wordt door de hersenen onderdrukt om dubbelzien te voorkomen.

Deprivatie amblyopie
Het beeld valt niet of vervormd op het netvlies en wordt vervolgens door de hersenen onderdrukt:
  • Cataract (staar): troebeling van de ooglens, die vaak bij de geboorte al aanwezig is.
  • Ptosis, waarbij een ooglid of beide oogleden over de pupil heen hangen. Hierdoor kan geen beeld op het netvlies vallen.
  • Hoornvliesafwijkingen.
Andere pathologie

De diagnose

De diagnose amblyopie wordt vastgesteld na een uitgebreid orthoptisch onderzoek, gevolgd door een fundoscopie, uitgevoerd door de oogarts. Na de diagnose bespreken we de behandelmogelijkheden met u en uw kind.

Behandeling


Het is van groot belang om de amblyopie tijdig op te sporen en te behandelen om het risico op een (dubbelzijdige) slechtziendheid te verkleinen en om de kwaliteit van leven te verbeteren.

De behandeling kan bestaan uit:
  • Een bril.
  • Occlusie (afplakken) van het goede oog met een oogpleister om het gebruik van het luie oog te stimuleren. De duur van het afplakken is afhankelijk van verschillende factoren (zoals oorzaak en leeftijd) en wordt met u besproken tijdens de afspraak.
  • Farmacologische penalisatie: door het toedienen van Atropine oogdruppels in het goede oog wordt de pupil wijder. Hierdoor wordt de accommodatie (het vermogen om scherp te stellen) stilgelegd waardoor het goede oog minder gaat zien dan het luie oog.
  • Cataract extractie (staaroperatie).
  • Een combinatie van bovenstaande.
lui oog

De keuze van behandeling en de duur van het afplakken is afhankelijk van een aantal factoren:
  • Het gezichtsvermogen bij de start van de behandeling.
  • De oogstand.
  • De aanwezigheid/afwezigheid van stereozien, oftewel de samenwerking tussen de ogen.
  • De sterkte van de refractieafwijking.
  • De leeftijd van het kind.
  • De medische voorgeschiedenis.
  • De therapietrouw.

Risico's

Bij het afplakken van het goede oog kan in uitzonderlijke gevallen:
  • het goede oog minder gaan zien. Dit kan worden voorkomen door reguliere controles.
  • de scheelzienhoek toenemen.

Nazorg


Uw kind komt regelmatig op controle, totdat beide ogen een gelijk gezichtsvermogen behalen of er geen verbetering meer te meten is.
lui oog 2

Heeft u nog vragen?


Vragen kunt u altijd stellen aan de orthoptist.

Contact

Specialisme oogheelkunde:
(010) 704 01 35

Specialisme oogheelkunde Erasmus MC Sophia:
(010) 703 62 69

Erasmus MC (buiten kantooruren, vraag naar de dienstdoende oogarts):
(010) 704 0 704