Adenotomie

Wat is het doel?
Een ontstoken neusamandel is vaak een van de oorzaken van chronische neusverkoudheid en terugkerende oorontsteking. De neusamandel is ook dikwijls de veroorzaker van neusverstopping bij jonge kinderen. Het verwijderen van de neusamandel is vaak een goede remedie tegen deze verschijnselen.

Tijdens het spreekuur hebben wij met u besproken om welke ingreep het precies gaat. Dit staat in het dossier van uw kind. Wilt u hiervan afwijken, maakt u dan een afspraak voor het (telefonisch) spreekuur. Na overleg kan de KNO-arts eventuele veranderingen in het dossier vastleggen.

Bloedstollingsstoornissen of bloedziekten in uw familie?
Geef het bij ons aan als er in uw familie bloedstollingsstoornissen of bloedziekten voorkomen. De kans op een nabloeding en daarmee het risico voor uw kind kan dan groter zijn. Het is daarom van belang voor uw kind dat wij hiervan op de hoogte zijn.

Medicijnen
Neemt uw kind medicijnen die de bloedstolling beïnvloeden, zoals aspirine of stoffen die hierop lijken? Dan moet uw kind voor de operatie stoppen met deze medicijnen. Dit gaat in overleg met de behandelend KNO-arts. Paracetamol werkt niet bloedverdunnend en mag dus wel. Lees in ieder geval eerst de bijsluiter. Bij twijfel neemt u contact op met de polikliniek keel-, neus-, en oorheelkunde of met uw huisarts.

Nuchter zijn
De ingreep vindt plaats onder anesthesie (narcose). Uw kind moet daarom nuchter zijn. Dit betekent dat hij of zij vanaf een bepaalde tijd niets meer mag eten en niet alles meer mag drinken. Onder ‘Anesthesie en de begeleiding van uw kind’ leest u hier meer over.

Wat vertelt u uw kind?
Het is belangrijk dat u uw kind zo goed mogelijk vertelt wat er gaat gebeuren. Hiermee zorgt u ervoor dat eventuele angst voor het onbekende geen kans krijgt of in elk geval vermindert. Uw kind kan zich zo voorbereiden op wat hem te wachten staat. U kunt uw kind vertellen dat:

• hij of zij naar het ziekenhuis gaat en u er zo veel mogelijk bent om voor hem te zorgen
• de dokter zijn of haar amandelen weghaalt
• de dokter hem of haar in een speciale slaap brengt, waardoor hij of zij hier niets van merkt
• hij of zij van tevoren niets mag eten en minder mag drinken
• als hij of zij weer wakker is, door het bloed een vieze smaak in de mond heeft
• hij of zij moet proberen veel te drinken en ook waterijsjes mag eten, omdat dit helpt tegen de pijn en de vieze smaak
• hij of zij weer mee naar huis mag, zodra de dokters het goed vinden.

Als uw kind aan de beurt is, gaat hij of zij naar de operatiekamer. Hier brengt de anesthesioloog uw kind onder anesthesie. U mag mee tot uw kind slaapt, daarna nemen we u weer mee terug naar de afdeling.

Na de ingreep brengt een gastvrouw/-heer u naar uw kind in de uitslaapkamer. De anesthesioloog geeft aan wanneer u en uw kind weer terug mogen naar de kliniek of dagbehandeling.

Eten en drinken
Als uw kind weer terug is, vertelt de verpleegkundige wanneer uw kind wat mag drinken. Het slikken kan een beetje pijn doen. Probeer uw kind toch te laten drinken of een waterijsje te laten eten. Zo nodig helpt de verpleegkundige u. De koude dranken en de slikbewegingen verminderen zowel de pijn als de vieze smaak in de mond. Ook helpt het drinken tegen nabloeden.

Bloed
Het is normaal dat uw kind na de ingreep nog een klein beetje bloed verliest. Ook als uw kind braakt, komt er wat bloed mee. Dat ziet er donkerrood of bruin uit. Hierover hoeft u zich geen zorgen te maken. Maar als er opnieuw veel helder rood bloed uit de mond of neus van uw kind komt, waarschuw dan de verpleegkundige. Ook als het maar weinig bloed lijkt.

Naar huis

Als uw kind op de dagbehandeling is, mag hij of zij naar huis als er geen complicaties zijn en er toestemming is van de anesthesioloog en de KNO-arts. Bij opname mag uw kind de volgende dag naar huis als er geen complicaties zijn.

Wij raden u aan om uw kind met een auto of taxi naar huis te vervoeren. Zorgt u er in elk geval voor dat er naast de bestuurder nog iemand is om uw kind te begeleiden.

Leefregels

Nabloeding
Blijf ook thuis alert op een nabloeding, zeker de eerste 24 uur na de ingreep. Tot ongeveer een week na de ingreep bestaat er een kans op een nabloeding.

Pijnmedicatie
Geef uw kind de eerste 48 uur op gezette tijden pijnmedicatie, volgens voorschrift van de arts. Op dit recept staat Paracetamol en/of Diclofenac voor uw kind voorgeschreven:

• de verpleegkundige geeft u een formulier mee waarop staat aangeven hoe laat u de Paracetamol en/of Diclofenac moet geven
• de dosering is hoger dan u gewend bent, omdat het een dosering is die aan kinderen wordt voorgeschreven na een operatie
• deze hogere dosering mag u geven tot 48 uur na de operatie. Als uw kind na 48 uur nog pijn heeft, mag u doorgaan met Paracetamol, zoals u dit gewend bent

Eten en drinken
Voor een goed herstel, adviseren wij u uw kind de eerste dagen veel koude dranken te geven. Geef eventueel vaak kleine hoeveelheden, waterijs mag ook. Er is geen bezwaar om uw kind de dag na de operatie normaal te laten eten, maar mocht dit nog problemen geven dan kunt u dit geleidelijk opbouwen. Voldoende drinken blijft het belangrijkste.

Dagelijkse activiteiten
Uw kind voelt zich waarschijnlijk niet erg lekker. Ook kan uw kind enkele dagen verhoging hebben. Dat is normaal en hierover hoeft u zich geen zorgen te maken. Wanneer uw kind zich goed voelt en koortsvrij is, mag hij of zij de normale activiteiten langzamerhand weer oppakken

Neemt u contact op als:

• de temperatuur bij uw kind langer dan 2 dagen boven 38⁰C blijft
• u merkt dat uw kind een nabloeding heeft
• uw kind pijn blijft houden
• uw kind niet wil drinken

We maken voor u een poliklinische (vaak telefonische) afspraak voor controle.

• kijkt u ook eens op www.erasmusmc.nl hoe u zich kunt voorbereiden op een opname of dagbehandeling

en onder:

• anesthesie en de begeleiding van uw kind
• plaatsing van middenoor-beluchtingsbuisjes
• verwijderen keelamandelen (tonsillectomie)