Naar topnavigatiemenu Naar hoofdnavigatiemenu Naar hoofdinhoud
Stethoscoop
Operatie

Aanleggen shunt

Vaattoegang

Tijdens deze operatie wordt een vaattoegang gemaakt door een slagader met een ader te verbinden. Deze operatie wordt bij patiënten uitgevoerd die gaan hemodialyseren om een goede toegang tot de bloedbaan te hebben.

Over deze operatie

Wat we gaan doen

Wat is deze operatie?

De operatie wordt uitgevoerd bij patiënten die gaan hemodialyseren om een goede toegang tot de bloedbaan te hebben.

 

Tijdens deze operatie wordt een vaattoegang gemaakt door een slagader met een ader te verbinden. Zo wordt de ader wijder, stroomt het bloed er sneller dan in een gewone ader en is de bloeddruk op die plaats hoger. Dit proces, het "rijpen", duurt een aantal weken. Pas daarna kan de shunt worden gebruikt.

De shunt wordt meestal in één van de onderarmen aangelegd. Als dat niet mogelijk is, plaatsen we de shunt in uw elleboog of onderarm. De verbinding zorgt voor een bloedstroom van de slagader in de ader. In de ader ontstaat vervolgens een hogere druk en gaat het bloed daar sneller stromen. De ader zet uit en krijgt een stevigere wand.

Als er geen shunt van de eigen bloedvaten kan worden gemaakt, kan een kunststof bloedvat in de onderarm worden geïmplementeerd.

Bij dialyse kan de verpleegkundige de ader nu gemakkelijker aanprikken.

Hoe gaan we te werk?

De operatie vindt plaats onder narcose. Voordat de narcose wordt toegediend, wordt u op de bewakingsapparatuur aangesloten en krijgt u een infuus in de hand of arm.

Wat is het doel?

Door het aanleggen van een shunt wordt de ader steviger en dikker, waardoor deze voor de dialyse makkelijk is aan te prikken.

Voorbereiding

U wordt op de dag van de operatie of de dag ervoor in het ziekenhuis opgenomen. Tussen de opname en de operatie zal, onder andere, de verpleegkundige, anaesthesist en de arts bij u langskomen om zaken rondom de operatie te bespreken en om controles uit te voeren.

U dient vanaf 00.00 uur de dag van de operatie nuchter te blijven. U wordt hier tijdens een polikliniek afspraak over geïnformeerd.

Bijwerkingen & complicaties

Tijdens de operatie

Tijdens de operatie merkt u niets, omdat u onder narcose bent. De operatie duurt ongeveer een uur.

Kort na de operatie

Wanneer u goed wakker na de narcose bent, wordt u naar de verpleegafdeling gebracht. Uw bloeddruk, hartslag en temperatuur worden gecontroleerd. Ook controleert de verpleegkundige of de shunt goed functioneert.

U kunt de geopereerde arm gewoon gebruiken voor zover de pijn dat toelaat. Dit bevordert het genezingsproces. Bij zwelling moet de arm (in rust) op één of meerdere kussens worden gelegd. 

Geen enkele operatie is vrij van de kans op complicaties. Zo is er ook bij deze operatie een kleine kans op algemene complicaties, zoals een wondinfectie, blaasontsteking, longontsteking, hartinfarct, trombosebeen of longembolie.

Daarnaast zijn er bij deze operaties specifieke complicaties mogelijk:

  • een nabloeding op de plaats waar de slagader op de ader is aangesloten;
  • een vernauwing of verstopping van de shunt;
  • onvoldoende bloedtoevoer naar de hand.

Afhankelijk van de wondgenezing en uw herstel mag u naar huis. Meestal is dit op de dag van de operatie of één dag later.

Thuis

Na de operatie kunt u uw dagelijkse activiteiten langzaam maar zeker weer oppakken. Er gelden geen beperkingen. Beweging is juist erg belangrijk om uw bloedvaten in goede conditie te houden. U mag gewoon douchen. Om te voorkomen dat de wond 'week' wordt, is het raadzaam de eerste drie weken niet in bad te gaan. 

Bij verandering in de bloeddoorstroming moet u direct contact met de dialyse afdeling of met uw behandelend arts opnemen.

Om de shunt zo lang mogelijk te kunnen gebruiken is het belangrijk dat u goed met uw shunt omgaat en deze dagelijks controleert:

  • Voel dagelijks met uw vingers aan de shunt of u de bloedstroom ('thrill') voelt;
  • Draag nooit strakke banden of kledingstukken aan de arm met de shunt; de shunt kan hierdoor verstopt raken;
  • Til nooit zware spullen of tassen aan de arm waar de shunt zich bevindt;
  • Aan de arm met de shunt mag geen bloeddruk worden gemeten of bloed worden geprikt.

U komt regelmatig terug voor controle bij de dialyseverpleegkundige. Na ongeveer 7 tot 8 weken controleert de vaatchirurg of de shunt goed is aangelegd en zich voldoende heeft ontwikkeld ("gerijpt").

Resultaat

Het aanleggen van een vaattoegang is precies werk. De vaten die met elkaar worden verbonden, hebben soms maar een diameter van enkele millimeters. De doorgankelijkheid van de vaattoegang wordt iedere paar maanden gecontroleerd. Als er zich in het traject van de shunt een vaatvernauwing ontwikkelt, moet deze vernauwing worden behandeld. De internist en de vaatchirurg werken dan ook nauw samen bij de behandeling van patiënten met een vaattoegang. 

Wanneer neemt u contact op?

U dient contact met ons op te nemen als:

  • u geen trilling meer voelt over de shunt;
  • de wond plotseling gaat lekken;
  • de operatiewond rood, warm en pijnlijk of gezwollen is, dit kan een ontsteking zijn;
  • de pijn aanhoudt;
  • als u koorts heeft.

Neem bij twijfel, lichamelijke klachten en vragen contact op met de afdeling Heelkunde van het Erasmus MC. De contactgegevens ontvangt u na de operatie.

Komt u binnenkort bij ons voor een onderzoek, behandeling of operatie?

Wat kunt u verwachten? Wat neemt u mee? Alles wat u moet weten in een handig overzicht.
Bereid u voor