De kuitbeenlap (fibula lap) is voor onder- en bovenkaakreconstructies de eerste keuze. Bot en huideiland zijn van goede kwaliteit en er is nauwelijks sprake van klachten op de plek waar het bot is weggehaald. Het gebruik van gevasculariseerd (doorbloed) bot laat vooral bij pre- en postoperatieve radiotherapie een afname zien van postoperatieve complicaties ten opzichte van ongevasculariseerd (niet-doorbloed) bot. Bij vaatafwijkingen in het onderbeen is het gebruik van deze lap af te raden. De plek waar huid van het onderbeen is weggehaald, moet vaak gesloten worden met een huidtransplantaat (schaafhuid). Alternatieve plekken waar bot gehaald kan worden zijn de heupkam (crista iliaca lap), het schouderblad (scapula lap) en bot van het spaakbeen.
De meest gevreesde complicatie bij reconstructies met een vrije lap is het volledige verlies van de reconstructie ten gevolge van stolsel van de vaatsteel. Deze complicatie treedt in het hoofd-halsgebied bij minder dan 5% van de reconstructies op. Het percentage heroperaties vanwege een stolsel ligt rond de 10%, waarvan ongeveer tweederde succesvol is.
