Over deze operatie
Wat we gaan doen
Wat is deze operatie?
Tijdens de operatie maken we een snee in de hals. Daarna maken we alle relevante bloedvaten en zenuwen vrij van de tumor, waarna de tumor uit de halsslagader kan worden weggenomen. De operatie duurt gemiddeld 2 tot 3 uur.
Hoe gaan we te werk?
De operatie vindt onder volledige narcose plaats. Voordat de narcose wordt toegediend, wordt u op de bewakingsapparatuur aangeslote en krijgt u een infuus in de hand of arm.
Wat is het doel?
De tumor wordt verwijderd, zodat de uitvalsverschijnselen of klachten worden opgeheven en kwaliteit van leven wordt verbeterd.
Voorbereiding
U wordt op de dag van de operatie of de dag ervoor in het ziekenhuis opgenomen. Tussen de opname en de operatie zal, onder andere, de verpleegkundige, anaesthesist en de arts bij u langskomen om zaken rondom de operatie te bespreken.
U dient vanaf enige tijd voor de operatie nuchter te blijven. U wordt hier tijdens een polikliniek afspraak over geinformeerd.Bijwerkingen & complicaties
Tijdens de operatie
Tijdens de operatie merkt u niets, omdat u onder narcose of plaatselijk verdoofd bent.
Kort na de operatie
Wanneer u goed wakker bent uit de narcose wordt u naar de postoperatieve bewakingsafdeling (PACU) overgebracht waar u een nacht moet blijven. Zo kan een eventuele nabloeding snel worden opgespoord en behandeld. Daarna wordt u naar de verpleegafdeling overgebracht.
Verder wordt er een drain geplaatst voor de afvoer van het wondwocht. De drain wordt meestal de volgende dag verwijderd. In totaal verblijft u 2 of 3 dagen in het ziekenhuis. Bij ontslag uit het ziekenhuis krijgt u verdere instructies en een controle-afspraak voor de polikliniek mee.
Thuis
Thuis mag u de dagelijkse werkzaamheden voorzichtig oppakken. U mag douchen, tillen en huishoudelijk werk doen. Sporten mag pas weer 2 weken na de operatie. U moet rekening houden met een herstelperiode.
In het hoofd-halsgedeelte lopen enkele zenuwen die het slikken en de spraak aansturen. Deze kunnen tijdens de operatie onbedoeld beschadigd of tijdelijke gekneusd raken. Verschijnselen hiervan kunnen zijn:
- Hese stem;
- Kriebelhoest;
- Slikstoornissen
- Halfzijdige tongverlamming, met daarbiij stoornissen smaak en spraak
- Verlamming onderlip
- Schouderspierzwakte
- Bloeddrukschommelingen
- First-Bite-Syndroom
Meestal verdwijnen deze compliateis na verloop van tijd. Dit verschilt wel van enkele daten of weken tot meerdere maanden. De kans dat u blijvende schade oploopt is klein.
Soms moet een zenuw worden opgeofferd om de tumor te verwijderen. Uw arts zal de diverse scenario’s met u bespreken. Er zijn meerdere (persoonlijke) redenen om al dan niet te opereren.
Wanneer neemt u contact op?
U dient contact met ons op te nemen als:
- de operatiewond rood, warm en pijnlijk of gezwollen is, dit kan een ontsteking zijn;
- als u koort heeft.
Neem bij twijfel, lichamelijke klachten en vragen contact op met de afdeling Heelkunde van het Erasmus MC. De contactgegevens ontvangt u na de operatie.
Resultaat
Met wie heeft u te maken?
Voor deze operatie zal de vaatchirurg in het merendeel van de gevallen uw hoofdbehandelaar zijn.
Binnen het Erasmus MC is een team samengesteld dat de glomustumoren multi-disciplinair behandelt. Dit team bestaat uit specialisten van verschillende disciplines: vaatchirurgie, KNO, neurochirurgie, radiotherapie, nucleaire geneeskunde, endocrinologie, radiologie, interventie-radiologie, pathologie en klinische genetica.
Alle patiënten met een glomustumor worden door de vaatchirurg of de KNO-arts gezien en maandelijks in het behandelteam besproken. Patiënten met een glomus caroticum worden doorverwezen naar de vaatchirurg en patiënten met een glomus vagale of jugulotynpanicaum worden doorverwezen naar de KNO-arts. Wanneer de glomustumor hormonen produceert, komt u bij de endocrinoloog. Glomustumoren in de borst- of buikholte worden door de chirurg beoordeeld.
Aangezien glomustumoren in meer dan de helft van de gevallen erfelijk zijn, adviseren wij patiënten vaak om genetisch onderzoek te laten verrichten. U krijgt dan een verwijzing naar de afdeling klinische genetica.