Naar topnavigatiemenu Naar hoofdnavigatiemenu Naar hoofdinhoud
Stethoscoop
Operatie

Bullectomie, pleurectomie en talcage

Het verwijderen van een luchtblaas in de long, het buitenste longvlies of een gedeelte van het buitenste longvlies verwijdern en het plakken van de longvliezen.

Over deze operatie

Wat we gaan doen

Wat is deze operatie?

Een klaplong (pneumothorax) kan spontaan ontstaan of er kan sprake zijn van met lucht gevulde holtes / blaasjes in het longweefsel (bullae). Als er veel ruimte van het gezonde longweefsel wordt ingenomen of er vaak sprake is van een klaplong kunnen deze bullae worden verwijderd (bullectomie). Soms is het hierbij nodig om de longvliezen aan elkaar te laten kleven (talcage) om een nieuwe klaplong te voorkomen. Ook kan het buitenste longvlies gedeeltelijk verwijderd worden (pleurectomie).

Pleurectomie en talcage worden soms ook toegepast bij aandoeningen van de longvliezen waarbij veel pleuravocht ontstaat zoals bij mesothelioom.

Hoe gaan we te werk?

Via “kijkoperatie” (Video-Assisted Thoracoscopic Surgery; VATS) of ‘open chirurgie’ door borstkas aan de zijkant tussen de ribben te openen (laterale thoracotomie) wordt onder algehele narcose de bullae verwijderd. Om verkleving te bewerkstelligen kan (een deel) van het buitenste longvlies verwijderd worden en/of talkage verricht. Bij talkage wordt talkpoeder tussen de longvliezen gestrooid om de longvliezen aan elkaar te laten verkleven. Na de operatie worden een of twee drains achtergelaten om lucht en wondvocht te verwijderen. Sommige patiënten kunnen voor een paar dagen met drain(s) naar huis. Dan worden na enkele dagen de drains tijdens een dagopname verwijderd. 

Wat is het doel?

Het voorkomen van een pneumothorax of het voorkomen van vochtvorming tussen de longvliezen.

Bijwerkingen & complicaties

Tijdens de operatie

Tijdens deze operaties bestaat risico op de een aantal  complicaties. De meest voorkomende zijn:

  • Ritmestoornissen
  • Bloeding
  • Ademhalingsproblemen

Deze complicaties zijn vaak van voorbijgaande aard.

Kort na de operatie

Kort na de operatie zijn de meest voorkomende complicaties.

  • Infectie van de operatiewond of het operatiegebied
  • Long- en/of blaasontsteking
  • Nabloeding
  • Langdurige luchtlekkage
  • Vochtophoping in de longen of in de longholte (pleuravocht)
  • Pijn en complicaties gerelateerd aan pijnbestrijding
  • Hoogstand van het diafragma (middenrif)
  • Trombose en/of longembolie

Vaak zijn complicaties van voorbijgaande aard. Heel soms kan het nodig zijn om opnieuw te opereren.

Thuis

Als u ontslagen bent uit het ziekenhuis kunnen er alsnog klachten zijn, zoals bij voorbeeld kortademigheid, wondinfecties, vochtophoping in de longholte (pleuravocht), trombose, long- of blaasontsteking en pijn.

Resultaat

Na (definitieve) ontslag krijgt u een afspraak bij uw longarts ter controle en opvolging. 

Contact

Als u nog niet op de polikliniek bent geweest bij uw longarts kunt u bij problemen contact opnemen met afdeling Cardiothoracale Chirurgie. Denk hierbij aan plotselinge verslechtering in toestand, zoals kortademigheid of toename van pijn. Ook als de lichamelijke conditie langzaam achteruitgaat en uw herstel uitblijft, kunt u contact opnemen. Voor problemen met de operatiewond zoals pusuitvloed, slechte genezing of toenemende roodheid kunt u altijd bij ons terecht. 

Komt u binnenkort bij ons voor een onderzoek, behandeling of operatie?

Wat kunt u verwachten? Wat neemt u mee? Alles wat u moet weten in een handig overzicht.
Bereid u voor