Naar topnavigatiemenu Naar hoofdnavigatiemenu Naar hoofdinhoud
bandage
Aandoening

Longembolie

Bij een longembolie raakt een bloedvat naar de longen verstopt door een bloedstolsel. Hierdoor kan er minder bloed naar de longen stromen, wat leidt tot een vermindering van de zuurstoftoevoer in het lichaam. Patiënten kunnen hierdoor last krijgen van kortademigheid en benauwdheid.

Longembolie: over deze aandoening

Wat is een longembolie?

Bij een longembolie raakt een bloedvat in de longen verstopt door een bloedstolsel. Dit stolsel, ook wel een embolie genoemd, zorgt ervoor dat de normale bloedstroom naar de longen wordt belemmerd. Hierdoor kunnen delen van de long bij een longembolie niet meer goed functioneren.

De longslagader speelt een essentiële rol in de zuurstofvoorziening van het lichaam. Deze slagader vervoert zuurstofarm bloed vanuit het hart naar de longen, waar het bloed zuurstof opneemt. Het zuurstofrijke bloed stroomt vervolgens via de longader terug naar het hart, dat het daarna door het hele lichaam pompt. Bij een longembolie raakt een bloedvat in de longen, dus 1 of meerdere takken van de longslagader, verstopt door een bloedstolsel. Dit leidt ertoe dat er minder bloed naar het deel van de longen stroomt dat zich achter de longembolie bevindt. Hierdoor kan dat deel van de long geen zuurstof opnemen uit de ingeademde lucht, wat resulteert in een zuurstoftekort in het lichaam.

De ernst van een longembolie hangt af van de locatie en de grootte van de verstopping. Hoe centraler in de longslagader de embolie zich bevindt, hoe groter het gebied is dat geen bloed en zuurstof krijgt. Bij een grote verstopping of meerdere verstoppingen in de longslagader kan een ernstig zuurstoftekort ontstaan, wat leidt tot klachten zoals benauwdheid en kortademigheid.

Oorzaak

Een longembolie ontstaat vaak als gevolg van een diepveneuze trombose (DVT), waarbij een bloedstolsel zich vormt in de diepe aderen van het been of bekken en vervolgens losraakt en via de bloedbaan naar de longen stroomt, om daar vervolgens vast te lopen.

Symptomen en gevolgen

Een longembolie kan verschillende klachten veroorzaken, afhankelijk van de grootte en locatie van de verstopping in de longen. De symptomen van een longembolie kunnen plotseling optreden en variëren in ernst. Bij een longembolie kunt u de volgende klachten ervaren:

  • Moeite met ademhalen of een benauwd gevoel
    Dit is een van de meest voorkomende symptomen van een longembolie. Patiënten hebben vaak het gevoel dat ze moeilijk kunnen ademen of ervaren een beklemmend gevoel op de borst. 

  • Pijn bij het ademen
    Er kan pijn optreden in de ribbenkast of bovenin de rug, vooral tijdens diep ademhalen. Deze pijn kan stekend of scherp aanvoelen.

  • Hoesten met bloed
    Sommige patiënten kunnen bloed ophoesten, wat een teken kan zijn van schade aan de longen door het bloedstolsel.

  • Snelle en bonkende hartslag
    Het hart gaat vaak sneller en harder kloppen, omdat het harder moet werken om het bloed door de longen te pompen. Dit kan gepaard gaan met een gevoel van hartkloppingen.

  • Flauwvallen of het gevoel van flauwvallen
    Bij een ernstige longembolie kan een patiënt duizelig worden of zelfs flauwvallen door het tekort aan zuurstof in het lichaam.

  • Trombosebeen
    Een longembolie wordt vaak veroorzaakt door een bloedstolsel dat vanuit het been naar de longen is gereisd. Dit kan zich uiten in een trombosebeen, waarbij het been gezwollen, pijnlijk of rood is, meestal in de kuit.

Wat wij voor u doen

Onderzoek en diagnose

Wanneer uw arts vermoedt dat u een longembolie heeft worden er verschillende onderzoeken ingezet om de diagnose vast te kunnen stellen. Een van de eerste onderzoeken is een bloedtest om de hoeveelheid D-dimeer in uw bloed te meten. D-dimeer is een eiwit dat vrijkomt wanneer een bloedstolsel oplost. Een verhoogd D-dimeer gehalte kan wijzen op de aanwezigheid van een bloedstolsel, zoals bij een longembolie. Bij een laag D-dimeer gehalte is de kans op een longembolie zeer klein. Bij een verhoogd gehalte wordt er vrijwel altijd een CT-scan met contrastvloeistof gemaakt om een longembolie vast te stellen. Bij deze scan wordt een speciale vloeistof in uw bloedvaten gespoten, contrast geheten, om de bloedstroom in de longen goed zichtbaar te maken. De scan kan nauwkeurig laten zien waar het bloedstolsel zit en hoe groot het is, en of er meerdere stolsels in het spel zijn.

Behandeling

Wanneer uw arts vermoedt dat u een longembolie heeft worden er verschillende onderzoeken ingezet om de diagnose vast te kunnen stellen. Een van de eerste onderzoeken is een bloedtest om de hoeveelheid D-dimeer in uw bloed te meten. D-dimeer is een eiwit dat vrijkomt wanneer een bloedstolsel oplost. Een verhoogd D-dimeer gehalte kan wijzen op de aanwezigheid van een bloedstolsel, zoals bij een longembolie. Bij een laag D-dimeer gehalte is de kans op een longembolie zeer klein. Bij een verhoogd gehalte wordt er vrijwel altijd een CT-scan met contrastvloeistof gemaakt om een longembolie vast te stellen. Bij deze scan wordt een speciale vloeistof in uw bloedvaten gespoten, contrast geheten, om de bloedstroom in de longen goed zichtbaar te maken. De scan kan nauwkeurig laten zien waar het bloedstolsel zit en hoe groot het is, en of er meerdere stolsels in het spel zijn.

Met wie heeft u te maken?

Met het vaststellen en de behandeling van een longembolie krijgt u te maken met verschillende zorgprofessionals:

  • Longartsen
  • Verpleegkundigen en verpleegkundig specialisten
  • Soms: de interventiecardioloog, de interventieradioloog, of de thoraxchirurg

Komt u binnenkort bij ons op bezoek?

Hoe bereidt u uw gesprek voor? Wat neemt u mee? Alles wat u moet weten in een handig overzicht.
Bereid u voor