Naar topnavigatiemenu Naar hoofdnavigatiemenu Naar hoofdinhoud
Patiëntenfolder

Vrijheidsbeperkende interventies (VBI)

Door ziekte, behandeling, medicatie of door verandering van omgeving kunnen patiënten verward raken, onrustig en/of angstig zijn. Soms is de diagnose delirium gesteld (een informatiefolder over delirium is verkrijgbaar op de kliniek). Er kan een situatie ontstaan waarin de patiënt een gevaar is voor zichzelf, anderen of zijn omgeving. In dat geval moeten er beschermende maatregelen worden toegepast.

Download PDF

Wat zijn vrijheidsbeperkende interventies?

Vrijheidsbeperkende interventies, ook wel afgekort tot VBI, zijn maatregelen die worden genomen om onnodig letsel bij patiënten of andere personen te voorkomen en/of de voortgang van medisch noodzakelijke behandelingen mogelijk te maken. Daarbij wordt de vrijheid van de patiënt beperkt.

Gevaren voor de patiënt, anderen en zijn omgeving

De patiënt kan zichzelf of anderen bezeren of beschadigen door bijvoorbeeld:
  • te vallen
  • agressief gedrag te vertonen
  • drain, infuus, beademingsbuis en dergelijke zelf te verwijderen
  • weg te lopen of te dwalen
Dit gevaar kan afnemen door het toezicht te vergroten en extra aandacht te besteden aan de veiligheid van de patiënt en de omgeving. Pas wanneer deze preventieve maatregelen niet voldoen en persoonlijk toezicht door de verpleging of eventueel familie niet kan worden gegarandeerd, wordt overgegaan tot het toepassen van zogenaamde vrijheidsbeperkende interventies.

Toepassen van vrijheidsbeperkende interventies

Met het toepassen van vrijheidsbeperkende interventies wordt de vrijheid van de patiënt beperkt. Dit mag slechts onder bepaalde voorwaarden worden gedaan. Deze interventies worden gezien als zeer ingrijpend en worden, na zorgvuldige overweging, zo kort mogelijk toegepast.

Wilsbekwaam - wilsonbekwaam

Als eerste stelt de arts vast of de patiënt wel of niet in staat is om zelf over zijn situatie te kunnen beslissen. Als de patiënt zelf over zijn situatie kan beslissen heet dit ‘wilsbekwaamheid’. Kan de patiënt niet zelf over zijn situatie te beslissen, dan spreken we van ‘wilsonbekwaamheid ter zake’.

Wilsbekwaamheid

Als de patiënt wilsbekwaam is, en dus zelf over zijn situatie kan beslissen, vraagt de arts de patiënt om toestemming. Geeft de patiënt géén toestemming voor het toepassen van de vrijheidsbeperkende interventies, dan wordt dit geaccepteerd. Hierbij wordt wel vastgesteld dat de patiënt mogelijk onverstandig handelt, maar voldoende inzicht heeft in zijn situatie.

Wilsonbekwaamheid

Als de patiënt wilsonbekwaam ter zake is, en dus niet zelf over zijn situatie kan beslissen, wordt toestemming gevraagd aan de wettelijk vertegenwoordiger van de patiënt. Een wettelijk vertegenwoordiger is iemand die voor de patiënt mag optreden en mag beslissen over zorg en behandeling, de patiënt daarbij zoveel mogelijk betrekt en het belang van de patiënt voorop stelt. Wettelijk vertegenwoordigers zijn, in wettelijk vastgestelde volgorde:
  • een curator of mentor
  • een door de patiënt aangewezen wettelijk vertegenwoordiger (vastgelegd in een schriftelijke verklaring)
  • de echtgenoot/echtgenote of partner
  • ouder, kind, broer of zus
Als de patiënt wilsonbekwaam ter zake is, is toestemming van de wettelijk vertegenwoordiger nodig voor de toepassing van vrijheidsbeperkende interventies. Als de wettelijk vertegenwoordiger, met goed overwogen argumenten, uiteindelijk géén toestemming geeft, worden de vrijheidsbeperkende maatregelen niet toegepast. Als de arts die echter zo’n onverstandig besluit vindt en ervan overtuigd is dat daarmee de goede zorg voor de patiënt in het gedrang komt, kan de arts toch vrijheidsbeperkende interventies toepassen vanuit ‘goed hulpverlenerschap’.

Noodsituaties

Alleen in noodsituaties kan zonder toestemming worden overgegaan tot het toepassen van vrijheidsbeperkende interventies. De toestemming wordt in dat geval achteraf alsnog gevraagd.

Patiëntendossier

De toestemming, de gevolgde procedure en de afspraken worden beschreven in het patiëntendossier. U hoeft hiervoor geen handtekening te zetten.

Evaluatie

Regelmatig wordt geëvalueerd of de uitgevoerde maatregel nog het gewenste effect heeft en of de maatregel nog nodig is.

Overzicht van vrijheidsbeperkende interventies

De volgende vrijheidsbeperkende interventies kunnen in het Erasmus MC worden toegepast:
  • onrustband om de middel (in bed of stoel)
  • pols- en enkelband
  • bedhekken omhoog (in combinatie met onrustband/polsband/enkelband)
  • tafelblad vastmaken aan een stoel
  • sensor om weglopen te constateren en te voorkomen (= dwaaldetectie)
  • veiligheidshandschoen.

Vragen


Met vragen kunt u terecht bij de behandelend arts en het verpleegkundig team.