Uw leven na een niertransplantatie

Na de transplantatie breekt er een nieuw hoofdstuk in uw leven aan. Bij een goede nierfunctie verbetert de kwaliteit van uw leven aanzienlijk: uw lichamelijke conditie is beter en u zult meer vrijheid ervaren. Hoewel u zich na de transplantatie over het algemeen beter voelt, neemt het niet weg dat u voor nieuwe uitdagingen komt te staan. Zowel emotioneel als lichamelijk.

Uw behandelaar houdt u na de transplantatie goed in de gaten. Zeker in de eerste maand wordt u minstens iedere week op de polikliniek verwacht. In de loop van de tijd wordt dit afgebouwd. Indien alles stabiel is, hoeft u nog maar vier keer per jaar op controle te komen. Na een jaar zult u weer teruggaan naar uw eigen centrum voor de controles.

Om gezond te blijven moet u uw leefstijl aanpassen: gezond eten en genoeg bewegen zijn heel belangrijk. Om afstoting tegen te gaan moet u medicijnen gebruiken. Vooral de eerste maanden na de transplantatie zijn dit vaak veel medicijnen die u meerdere keren per dag moet innemen. Daarvoor moet u een nieuwe gewoonte aanwennen. Dat kan lastig zijn. Als u merkt dat u vaak de medicijnen vergeet in te nemen, praat hier dan over met uw behandelaar. Die kan u handige tips geven.

Ook horen bij deze medicijnen bepaalde leefadviezen. Hierover informeren wij u tijdens het ontslaggesprek. Ook kunt u deze nalezen in de zorggids niertransplantatie of in de app.

Een niertransplantatie heeft een positieve invloed op uw verdere leven. Maar er zijn ook wat nadelen. U moet na een niertransplantatie medicijnen gebruiken. Deze medicijnen zorgen ervoor dat uw lichaam de getransplanteerde nier niet afstoot. Deze geneesmiddelen zult u de rest van uw leven moeten blijven gebruiken. De medicatie remt de afweerreactie van het lichaam. Dit betekent dat u ook vatbaarder bent voor infecties. Deze medicijnen geven een verhoogde kans op hart- en vaatziekten en kans op kanker (vooral huidkanker). Ook kunt u last krijgen van bijwerkingen. Deze bijwerkingen verschillen per medicijn.

Na de transplantatie krijgt u afweeronderdrukkende medicijnen voorgeschreven (immunosuppressiva, zie hoofdstuk 8). Hierdoor neemt uw weerstand af. Een verminderde weerstand verhoogt de kans op infecties. Om een voedselinfectie te voorkomen moet uw voeding na de transplantatie aan bepaalde eisen voldoen. Het gaat bij de voeding niet alleen om wat u eet, maar ook om hoe uw voedsel is bereid. Houd bij het kopen en bereiden van voeding rekening met houdbaarheidsdata. Hygiëne speelt hierbij een belangrijke rol. U zult echter altijd rekening moeten houden met een verminderde afweer.

Het is voor velen moeilijk om op de nieuwe nier te vertrouwen, omdat de kans op afstoting altijd aanwezig is. In de eerste drie maanden is de kans op afstoting van uw nier het grootst. Deze periode zal erg spannend zijn voor u en uw omgeving. De onwetendheid of uw lichaam de nier accepteert, zal blijven. Het is belangrijk om dit een plekje te geven en het geen hoofdrol in uw leven te laten spelen. Het kan helpen om met mensen te praten over uw onzekerheid. Bijvoorbeeld met familie of vrienden. Afstotingsverschijnselen hoeven niet meteen het einde van uw nier te betekenen. Vaak kan door een verandering in medicijnen de afstoting worden tegengegaan.

Na de operatie is seksueel contact gewoon mogelijk. De transplantaatnier ligt zodanig beschermd in de buikholte dat u niet bang hoeft te zijn dat de nier beschadigd raakt. U zult zich wel tegen zwangerschap en eventuele seksueel overdraagbare aandoeningen moeten beschermen.

Veel nierpatiënten ervaren seksuele problemen. Na de niertransplantatie verminderen deze problemen vaak, maar niet altijd. De klachten die worden ervaren zijn vaak voor iedereen anders. Vermoeidheid of het gebruik van medicijnen kan hierbij een rol spelen.

Veel mensen hebben moeite om over seksualiteit te praten. Toch is het zinvol om uw klachten te bespreken met uw behandelaar.

Bekijk ook de webinar van het transplantatie instituut over intimiteit en seksualiteit bij transplantatiepatiënten

Tijdens de nierziekte zijn vrouwen vaak minder vruchtbaar en hebben ze vaak een onregelmatige of afwezige menstruatie. Na de niertransplantatie herstellen de menstruatie en vruchtbaarheid vaak. Ook de vruchtbaarheid van mannen kan zich na niertransplantatie herstellen. De meest voorkomende medicijnen die worden voorgeschreven na de niertransplantatie hebben geen invloed op de vruchtbaarheid.

Het eerste jaar na niertransplantatie wordt een zwangerschap dringend afgeraden vanwege de risico’s voor de transplantaatnier. Bovendien kunnen sommige medicijnen ernstige afwijkingen aan het ongeboren kind veroorzaken. Het is dus verstandig om na de niertransplantatie voorbehoedsmiddelen te gebruiken. Wanneer u een kinderwens heeft is het verstandig dit te bespreken met uw arts. Als uw gezondheid en nierfunctie het toelaten, zal de arts dan samen met u een plan opstellen voor een zo veilig mogelijke zwangerschap. Ook mannen wordt aangeraden een mogelijke kinderwens te bespreken met de arts.

Bekijk ook de webinar van het transplantatie instituut over vruchtbaarheid en kinderwens bij transplantatiepatiënten

Na een periode van ziek zijn treedt er na niertransplantatie een nieuwe periode aan. Een periode die nieuwe kansen biedt maar ook een periode die onzekerheid met zich mee kan brengen. Binnen ons transplantatieteam zijn een maatschappelijk werker en een psycholoog werkzaam indien u meer ondersteuning wenst bij (psycho)sociale onderwerpen.

Bekijk ook de webinar van het transplantatie instituut over zingeving en emoties bij transplantatiepatiënten

Mocht u de behoefte voelen de nabestaanden van de donor te bedanken dan kan dit via een anoniem kaartje/brief. Deze brief kan u overhandigen aan uw behandelaar of transplantatie coördinator.

Bekijk ook deze video over dankbaarheid naar de donor na transplantatie: