Voorbereiding
De dag voor de operatie komt u voor opname naar de verpleegafdeling en vindt de voorbereiding voor de operatie plaats.
Operatie onderbuik
De volgende dag krijgt u een operatie in de onderbuik met algehele narcose. Op de operatieafdeling worden twee tot zes dunne flexibele buisjes (ook wel katheters of loops genoemd) ingebracht op de plaats van de tumor in de wand van de blaas. Soms gebeurt het inbrengen van de buisjes in combinatie met het verwijderen van het zieke stuk blaaswand. Als dit het geval is, bespreekt uw behandelend arts dit vooraf met u. De buisjes steken na de operatie door de huid van de buik naar buiten.
CT-scan
Als u weer wakker bent uit de narcose maken we een CT-scan om te zien hoe de buisjes in uw onderbuik liggen. Ook maken we berekeningen die nodig zijn voor de bestraling. Via de buisjes wordt later in de bestralingsbunker de bestralingsbron voor de inwendige bestraling ingebracht. De bestralingen beginnen meestal één dag na het inbrengen van de buisjes.
Katheters uit de buikwand
Operatie onderbuik
De volgende dag krijgt u een operatie in de onderbuik met algehele narcose. Op de operatieafdeling worden twee tot zes dunne flexibele buisjes (ook wel katheters of loops genoemd) ingebracht op de plaats van de tumor in de wand van de blaas. Soms gebeurt het inbrengen van de buisjes in combinatie met het verwijderen van het zieke stuk blaaswand. Als dit het geval is, bespreekt uw behandelend arts dit vooraf met u. De buisjes steken na de operatie door de huid van de buik naar buiten.
CT-scan
Als u weer wakker bent uit de narcose maken we een CT-scan om te zien hoe de buisjes in uw onderbuik liggen. Ook maken we berekeningen die nodig zijn voor de bestraling. Via de buisjes wordt later in de bestralingsbunker de bestralingsbron voor de inwendige bestraling ingebracht. De bestralingen beginnen meestal één dag na het inbrengen van de buisjes.
Katheters uit de buikwand
Over de behandeling
Wat we gaan doen
Bij deze behandeling krijgt u driemaal per dag een bestraling, in totaal 7-10 keer. De duur per bestraling varieert van vijf tot twintig minuten. De uitvoering van de bestralingen staat onder verantwoordelijkheid van radiotherapeutisch laboranten. Tijdens de inwendige bestraling van de blaas bent u opgenomen in het ziekenhuis. Uw behandelend arts informeert u over de vermoedelijke opnameduur. Tijdens de ziekenhuisopname heeft u bedrust vanaf het moment dat de buisjes zijn geplaatst tot dat ze zijn verwijderd. U mag alleen uw bed uit om naar het toilet te gaan voor ontlasting. Dit is nodig om te voorkomen dat de buisjes te veel bewegen.Wat is het?
HDR staat voor "High Dose Rate" en betekent letterlijk "Hoog Dosis Tempo". Dit is een kortdurende inwendige bestraling van een hoog stralingsniveau. Een ander woord voor inwendige bestraling is brachytherapie. Het woord brachytherapie komt van het Griekse woord brachy: dichtbij, en het Griekse woord therapie: behandeling. Hier betekent het: het plaatsen van een kleine radioactieve bron in of vlak bij het tumorweefsel.
Verloop van de behandeling
De bestraling vindt altijd plaats in een bestralingsbunker. Een van de verpleegkundigen brengt u daarheen. De duur per bestraling varieert van vijf tot twintig minuten.Voor de bestraling worden de bij u ingebrachte buisjes via verlengsnoertjes aan het bestralingsapparaat gekoppeld, daarna begint de bestraling. U voelt daar niets van.
Tijdens de bestraling bent u alleen in de ruimte. Er is een videocamera aanwezig, zodat de laboranten tijdens de bestraling kunnen zien of alles goed gaat en contact met u kunnen houden. Zo nodig kunnen zij de bestraling onderbreken. Als de bestralingstijd voorbij is, gaat de radioactieve bron automatisch terug in de kluis van het bestralingsapparaat. Vanaf dat moment is er geen straling meer in uw lichaam en ook niet in de kamer. Tussen de bestralingen door zijn de buisjes afgesloten door een dopje, zodat er geen vuil in kan komen. Na de bestraling gaat u weer terug naar de verpleegafdeling.
Boven aanzicht bestralingsapparaat | Zijaanzicht bestralingsapparaat met de aangekoppelde verlengsnoertjes | Videocamera |
Belangrijk om te weten
De behandelend arts bespreekt met u de volgende bijzonderheden:
- Op de operatieafdeling krijgt u een epiduraalkatheter. Dit is een dun slangetje dat met behulp van een naald via de rug bij het ruggenmerg wordt ingebracht. Het slangetje is aangesloten op een pomp zodat u tijdens, maar ook na de operatie doorlopend pijnstilling kunt krijgen. Als alternatief kan het ook zijn dat u een infuus krijgt in de arm met een knop waarop u zelf kunt drukken als u pijn ervaart (PCA-pomp)
- Doordat uw blaasfunctie na de operatie tijdelijk gestoord is, krijgt u tijdens de operatie een blaaskatheter. Dit is een slangetje in de blaas waardoor de urine afloopt. De blaaskatheter komt via de buik of het urinekanaal naar buiten. Het is normaal dat de urine na de operatie bloederig is. De blaaskatheter zal blijven zitten tot 2 weken na de laatste bestraling.
- Na de operatie heeft u een wonddrain in de buik waardoor het wondvocht kan aflopen. .
Op de dag van de laatste bestraling worden de bestralingsbuisjes en de epiduraalkatheter in uw kamer op de verpleegafdeling of in de bestralingsbunker verwijderd. De wonddrain en de urinekatheter mogen eruit wanneer de verantwoordelijke uroloog dit veilig vindt.
Het behandelteam
In ons team werken verschillende zorgverleners samen, zoals dokters, laboranten en verpleegkundigen. Dat heet een multidisciplinair behandelteam. Omdat iedereen zijn eigen specialiteit heeft, kunnen we u de beste zorg geven. Er werken zowel mannen als vrouwen in ons team. U krijgt de zorgverlener die op dat moment beschikbaar is en die goed op de hoogte is van uw behandeling of onderzoek.
Na de behandeling
Eten en drinken
Uw darmen liggen door de operatie en de narcose tijdelijk bijna stil. Daarom krijgt u tijdens de bestralingsperiode een licht verteerbaar dieet.
Pijnmedicatie
Na de operatie heeft u een epiduraal katheter die is aangesloten op een pomp. Via de pomp kunt u voortdurend pijnstilling krijgen. Als het nodig is, krijgt u aanvullende pijnmedicatie mee voor thuis.
Uw darmen liggen door de operatie en de narcose tijdelijk bijna stil. Daarom krijgt u tijdens de bestralingsperiode een licht verteerbaar dieet.
Pijnmedicatie
Na de operatie heeft u een epiduraal katheter die is aangesloten op een pomp. Via de pomp kunt u voortdurend pijnstilling krijgen. Als het nodig is, krijgt u aanvullende pijnmedicatie mee voor thuis.
Naar huis
Uw behandelend arts bespreekt met u wanneer u uit het ziekenhuis met ontslag gaat.Heeft u nog vragen?
Bent u bij ons onder behandeling en heeft u na het lezen van deze informatie nog vragen over bijwerkingen, over de bestralingsbehandeling of medische vragen?
Neem dan contact op met het secretariaat van uw behandelende radiotherapeut.
Tijdens uw bezoek aan onze afdeling kunt u de vragen ook stellen aan uw behandelend arts, de verpleegkundige of de radiotherapeutisch laborant.
Neem dan contact op met het secretariaat van uw behandelende radiotherapeut.
Tijdens uw bezoek aan onze afdeling kunt u de vragen ook stellen aan uw behandelend arts, de verpleegkundige of de radiotherapeutisch laborant.
Meer informatie
Patiëntinformatiecentrum Oncologie (PATIO)
Het patiëntinformatiecentrum is er voor iedereen die met kanker te maken krijgt, als patiënt of naaste. Het informatiecentrum bevindt zich aan de Zimmermanweg en is geopend van maandag t/m vrijdag van 8.00 - 16.30 uur. Telefoon: (010) 704 12 02. Mail: patio@erasmusmc.nl Voor alle mogelijkheden en activiteiten: www.erasmusmc.nl/kankerinstituut/patio. Kijkt u ook eens naar het ervaringsverhaal van Joris:Contactgegevens afdeling radiotherapie
Radiotherapie tijdens kantooruren:
(010) 704 13 14 (algemeen secretariaat radiotherapie)
Met dringende vragen buiten kantoortijden neemt u contact op via het algemene telefoonnummer en vraagt u naar de dienstdoende radiotherapeut.
(010) 704 0 704
(010) 704 13 14 (algemeen secretariaat radiotherapie)
Met dringende vragen buiten kantoortijden neemt u contact op via het algemene telefoonnummer en vraagt u naar de dienstdoende radiotherapeut.
(010) 704 0 704