Wat is een DIEP-lap borstreconstructie?
In de volgende video vindt u een uitleg over de borstreconstructie:
Voorbereiding
Medicijnen en bloedverdunners
Uw medicijnen neemt u mee tijdens de opname. Van de plastisch chirurg en de anesthesioloog heeft u al gehoord welke medicijnen u wel en niet kunt gebruiken rond de operatie.Gesprek met de verpleegkundige
In de week voor de operatie heeft u een bel-afspraak met de physisician assistant. Zij neemt de operatie en de opname op de afdeling nog een keer met u door. U kunt dan ook nog vragen stellen.(reconstructie-)Bh en pantybroekje
Voor de operatie moet u een pantybroekje (step-in) en een (reconstructie-)bh met voorsluiting (zonder beugel) kopen. Het pantybroekje draagt u vanaf de derde dag na de operatie (alleen overdag). De bh draagt u dag en nacht, vanaf de de vijfde dag na de operatie. Zowel het pantybroekje als de bh draagt u tot 6 weken na de operatie.De dag van de opname
Op de dag van de opname tekent de plastisch chirurg het operatieplan op uw lichaam. Mochten er nog onduidelijkheden zijn, dan is dit het moment om nog vragen te stellen.Over de operatie
- De anesthesioloog heeft met u besproken of u voorafgaand aan de operatie medicatie krijgt en of u uw eigen medicijnen mag innemen.
- Voor de operatie krijgt u een operatiejasje aan.
- Tijdens de operatie mag u geen sieraden of piercings om/in hebben.
- U mag geen kunstgebit, prothese of lenzen in hebben.
- U mag geen bodylotion, nagellak en andere make-up gebruiken.
Nuchter zijn
Voor uw operatie moet u nuchter zijn. U mag dan niet eten en drinken.6 uur voordat u in het ziekenhuis moet zijn, mag u niet meer eten. U mag dan nog wel heldere dranken drinken. Bijvoorbeeld water, thee en aanmaaklimonade. 2 uur voordat u in het ziekenhuis moet zijn, mag u ook niets meer drinken.
Ligt u de dag voor de operatie al in het ziekenhuis? Dan vertelt de verpleegkundige hoe laat u nuchter moet zijn.
Gebruikt u medicijnen? Bespreek dit altijd met uw arts. Sommige medicijnen mag u rond de operatie niet innemen. Moet u de medicijnen innemen? Dit mag altijd met een slokje water. Ook in de tijden dat u nuchter moet zijn.
Meer informatie over nuchter zijn bij een operatie leest u in de folder “Nuchter rondom een operatie ”
Na de operatie
Een speciaal dieet is niet nodig na de operatie, maar er zijn wel een aantal zaken waarmee u rekening moet houden.
Urinekatheter met urimeter
Bij het begin van de operatie brengt de anesthesist een urinekatheter bij u in. Op de zogenoemde urimeter ziet de verpleegkundige heel nauwkeurig hoeveel urine u produceert. Als u voldoende plast en beweegt, verwijderen we de urinekatheter op de ochtend van de tweede dag na de operatie.
Infuus
Via het infuus krijgt u vocht en medicatie. We halen het infuus weg zodra u zelf voldoende drinkt.
Pijnstilling in uw buik
Tijdens de operatie spuiten we een lokale verdoving in uw buik. Dit heet een TAP-blokkade. U bent dan nog onder narcose. Deze verdoving zorgt dat u minder pijn in uw buik heeft na de operatie. Dit werkt ongeveer 3 dagen.
AV impulse system (voetjes)
Om de kans op trombose zo klein mogelijk te maken, krijgt u tijdens de operatie ‘voetjes’ aan. Dit AV-impulssysteem bootst het natuurlijke proces van lopen na, terwijl u in bed ligt of zit. Zodra u goed kunt rondlopen, halen we ze weg. Het is heel belangrijk dat u, als u in bed ligt, uw benen en voeten goed beweegt.
Wonddrains
Overtollig wondvocht en bloed worden afgevoerd via drains die na de operatie achterblijven in de wondgebieden. Het vocht en het bloed worden opgevangen in de drainpot. Standaard krijgt u 2 drains in uw buik en 1 in elke borst. Zodra u minder wondvocht verliest dan 30 cc per 24 uur en u beweegt voldoende, verwijderen we de drains. De kans is groot dat u nog drains heeft als u naar huis gaat.
Controles
Tijdens de eerste 3 dagen na de operatie meten we minimaal 3 keer per dag uw bloeddruk, temperatuur, pols en zuurstofsaturatie.
Doorbloeding van de gereconstrueerde borst(en)
Om de doorbloeding te optimaliseren, houden we uw nieuwe borst na de operatie warm met een gaas en een badhanddoek. Tijdens de dag van de operatie en de eerste nacht controleren we de doorbloeding ieder half uur. Deze controles worden elke volgende dag minder vaak uitgevoerd.
Mobiliseren – in beweging
De eerste ochtend na de operatie blijft u in bed en helpen we u met wassen. De tweede ochtend mag u zich gedeeltelijk zelf wassen, waarbij de verpleegkundige u helpt. Waarschijnlijk kunt u vanaf dag 3 al douchen.
(reconstructie-)Bh en pantybroekje
Zowel het pantybroekje als de (reconstructie-)bh zijn bedoeld om het geopereerde gebied te ondersteunen.
Urinekatheter met urimeter
Bij het begin van de operatie brengt de anesthesist een urinekatheter bij u in. Op de zogenoemde urimeter ziet de verpleegkundige heel nauwkeurig hoeveel urine u produceert. Als u voldoende plast en beweegt, verwijderen we de urinekatheter op de ochtend van de tweede dag na de operatie.
Infuus
Via het infuus krijgt u vocht en medicatie. We halen het infuus weg zodra u zelf voldoende drinkt.
Pijnstilling in uw buik
Tijdens de operatie spuiten we een lokale verdoving in uw buik. Dit heet een TAP-blokkade. U bent dan nog onder narcose. Deze verdoving zorgt dat u minder pijn in uw buik heeft na de operatie. Dit werkt ongeveer 3 dagen.
AV impulse system (voetjes)
Om de kans op trombose zo klein mogelijk te maken, krijgt u tijdens de operatie ‘voetjes’ aan. Dit AV-impulssysteem bootst het natuurlijke proces van lopen na, terwijl u in bed ligt of zit. Zodra u goed kunt rondlopen, halen we ze weg. Het is heel belangrijk dat u, als u in bed ligt, uw benen en voeten goed beweegt.
Wonddrains
Overtollig wondvocht en bloed worden afgevoerd via drains die na de operatie achterblijven in de wondgebieden. Het vocht en het bloed worden opgevangen in de drainpot. Standaard krijgt u 2 drains in uw buik en 1 in elke borst. Zodra u minder wondvocht verliest dan 30 cc per 24 uur en u beweegt voldoende, verwijderen we de drains. De kans is groot dat u nog drains heeft als u naar huis gaat.
Controles
Tijdens de eerste 3 dagen na de operatie meten we minimaal 3 keer per dag uw bloeddruk, temperatuur, pols en zuurstofsaturatie.
Doorbloeding van de gereconstrueerde borst(en)
Om de doorbloeding te optimaliseren, houden we uw nieuwe borst na de operatie warm met een gaas en een badhanddoek. Tijdens de dag van de operatie en de eerste nacht controleren we de doorbloeding ieder half uur. Deze controles worden elke volgende dag minder vaak uitgevoerd.
Houding in bed Na de operatie ligt u op uw rug in de zogeheten strandstoelhouding (ofwel semi-Fowlerhouding). De hoofdsteun van het bed staat wat omhoog, met een knik onder uw knieholtes. Hierdoor vermindert de spanning op uw buik. U ligt alleen in deze houding tijdens uw opname in het ziekenhuis. |
Mobiliseren – in beweging
- De eerste dag na de operatie start u met zitten op de rand van het bed of in een stoel.
- Als het lukt breiden we dit op de tweede dag na de operatie uit met lopen richting toilet.
- Per dag breiden we het bewegen verder uit.
- Belangrijk is dat u niet teveel steunt op de arm(en) van de geopereerde borst(en) en dat u de armen niet teveel naar achteren of naar boven strekt.
De eerste ochtend na de operatie blijft u in bed en helpen we u met wassen. De tweede ochtend mag u zich gedeeltelijk zelf wassen, waarbij de verpleegkundige u helpt. Waarschijnlijk kunt u vanaf dag 3 al douchen.
(reconstructie-)Bh en pantybroekje
Zowel het pantybroekje als de (reconstructie-)bh zijn bedoeld om het geopereerde gebied te ondersteunen.
- Wanneer we de drains uit uw buik hebben weggehaald, begint u met het dragen van het pantybroekje. De verpleging helpt u bij het aantrekken.
- Voor uw naar huis gaat, kijken we of uw (reconstructie-)bh goed past.
Naar huis
Tenzij er complicaties zijn, mag u op de 4e of 5e dag na de operatie naar huis. Bij het ontslag krijgt u medicatie mee en zo nodig verbandmateriaal. Als u in het weekend naar huis mag, krijgt u een recept mee voor medicatie. Als het nodig is kan verbandmateriaal besteld en thuisbezorgd worden. De polikaart met de poliafspraak krijgt u thuis opgestuurd. U kunt uw afspraak digitaal inzien via: https://www.erasmusmc.nl/nl-nl/patientenzorg/mijn-erasmus-mc. Controleer dagelijks hoe de nieuwe borst eruit ziet. Neem bij verandering contact op (zie 'Contact').
Pijnstillers
Thuis slikt u pijnstillers. U begint met dit schema:
Heeft u nog veel last van pijn? Dan kunt u 5 mg Oxynorm erbij slikken. Dit mag u maximaal 6 keer per dag innemen. U krijgt 12 pillen mee naar huis. Gebruik dit medicijn alleen als het echt nodig is. De reden hiervoor is het risico op verslaving.
Mogelijke problemen met de drain
Neem contact op met de polikliniek bij:
Tijd | Pijnstiller |
8.00 uur | 1000 mg paracetamol 250 mg Naproxen |
12.00 uur | 1000 mg paracetamol |
14.00 uur | 250 mg Naproxen |
18.00 uur | 1000 mg paracetamol |
20.00 uur | 250 mg Naproxen |
22.00 uur | 1000 mg paracetamol |
Heeft u nog veel last van pijn? Dan kunt u 5 mg Oxynorm erbij slikken. Dit mag u maximaal 6 keer per dag innemen. U krijgt 12 pillen mee naar huis. Gebruik dit medicijn alleen als het echt nodig is. De reden hiervoor is het risico op verslaving.
Afbouwen
U gaat stap voor stap minder pijnstillers slikken. Kunt u de pijn goed volhouden? Dan gaat u naar de volgende stap.- Stap 1: heeft u geen Oxynorm meer nodig? En kunt u de pijn goed volhouden? Stop dan met het innemen van Naproxen.
- Stap 2: stop met de paracetamol om 12.00 uur.
- Stap 3: stop met de paracetamol om 18.00 uur.
- Stap 4: stop met de paracetamol om 8.00 uur.
- Stap 5: stop met de paracetamol om 22.00 uur. U slikt dan geen paracetamol meer.
Leefregels
- U mag douchen (ook als u nog drains heeft).
- Papieren pleisters of steristrips (indien van toepassing) laat u zitten tot uw eerstvolgende polibezoek. U vervangt ze als ze vies zijn of bij blaarvorming.
- U draagt 6 weken lang, dag en nacht, een (reconstructie-)bh zonder beugels. Controleer dagelijks of deze goed zit en niet te strak. De bh zit goed als u er nog een hand bij kunt doen.
- U draagt 6 weken lang, overdag, een step-in pantybroekje.
- U mag de eerste 4 tot 6 weken niet sporten, stofzuigen en zwaar tillen. Dus geen tassen en kinderen dragen.
- Tijdens het polibezoek 2 weken na de operatie, kunt met uw behandelend arts of de verpleegkundig specialist overleggen of u mag fietsen en een auto besturen.
- U zorgt er minstens de eerste 6 maanden voor dat de littekens niet in de zon komen (ook niet onder de zonnebank). Als de littekens rood zijn of jeuken blijft u langer uit de zon.
- Vanaf 6 weken na de operatie, als de wonden dicht zijn, mag u de littekens met crème masseren om ze soepel te houden.
Naar huis met een drain
Het kan zijn dat u nog drains heeft als u naar huis gaat. De verpleegkundige leert u hoe u met de drain moet omgaan. Tenzij dit anders met u wordt afgesproken, mag u de drain laten verwijderen door de huisarts of op de polikliniek als er minder dan 30cc per 24 uur in de drainpot loopt.Dagelijkse verzorging van de drain
|
Mogelijke problemen met de drain
Neem contact op met de polikliniek bij:
- een infectie
- losschieten van de slangen
- een volle opvangfles
- onbedoeld vacuüm
Nazorg en controles
Na 2 weken
Ongeveer 2 weken na de operatie komt u naar polikliniek voor controle. Uw buik en borst(en) kunnen dan nog gezwollen zijn door vocht. Wij controleren en beoordelen uw buik en borst(en) en verwijderen eventueel hechtingen.
Na 3 maanden
Ongeveer 3 maanden na de operatie heeft u een controleafspraak met uw plastisch chirurg. Op de polikliniek krijgt u informatie over eventuele vervolgbehandelingen, zoals tepelreconstructie en tepelhoftatoeage.
Wanneer contact opnemen?
Bij de volgende klachten neemt u contact op met de polikliniek plastische chirurgie:
- koorts
- toename van pijn
- zwelling of roodheid rond de littekens
Heeft u nog vragen?
Met al uw vragen kunt u terecht bij uw behandelend arts of de verpleegkundig consulent.
Contact
Polikliniek plastische chirurgie, maandag t/m vrijdag tijdens kantooruren
(010) 704 01 37
Verpleegafdeling van de plastische chirurgie, Nc, Nd, Ne of Nf 10e etage, bezoektijden: 11.00 – 21.00 uur
(010) 703 32 46 of (010) 703 75 63
Secretariaat plastische chirurgie, maandag t/m vrijdag tijdens kantooruren. Voor de opnametijd belt u 1 (kantoor)dag voor de operatie, tussen 14.00 en 16.00 uur.
(010) 703 46 38