Naar topnavigatiemenu Naar hoofdnavigatiemenu Naar hoofdinhoud
Patiëntenfolder

Advies over voeding tijdens uw behandeling tegen kanker

Door uw ziekte of door de behandeling kunt u klachten krijgen waardoor u minder of anders gaat eten. Hier leest u adviezen die u hierbij kunnen helpen.

Download PDF

Advies over voeding bij kanker

Als u kanker heeft, kan het zijn dat u door uw klachten minder gaat eten of bewegen. Dit kan komen door de ziekte zelf of door de behandeling. U kunt hierdoor afvallen en spiermassa verliezen. Uw conditie kan hierdoor slechter worden. Daarom is het belangrijk om de juiste en genoeg voedingsstoffen binnen te krijgen.

Hierna volgen algemene adviezen bij de volgende klachten:
  1. Minder eetlust
  2. Misselijkheid en braken
  3. Veranderde smaak
  4. Diarree
  5. Obstipatie
  6. Pijnlijke mond
Verder vindt u hier informatie over:
7. De invloed van bepaalde voeding, voedingssupplementen en medicijnen op uw behandeling
8. Alternatieve diëten

Begeleiding van een diëtist

Soms lukt het niet om met gewone voeding genoeg voedingsstoffen binnen te krijgen. De diëtist kan u dan helpen om uw voeding aan te passen. Er kan bijvoorbeeld drinkvoeding of sondevoeding nodig zijn.

In de palliatieve fase verandert de rol van voeding. De diëtist kan u en uw naasten hierover vertellen en adviezen geven die gericht zijn op comfort.

Valt u af? Of heeft u vragen over voeding? Bespreek dan met uw arts of verpleegkundig specialist of het nodig is om u naar een diëtist te verwijzen.

1. Minder eetlust

Advies bij minder eetlust:

Kleine porties

Verdeel het eten in meerdere, kleinere porties over de dag. U kunt bijvoorbeeld 6-7 keer per dag een kleinere hoeveelheid eten. Soms kan alleen het idee van een vol bord leeg moeten eten al voor stress zorgen.

Genoeg energie en eiwitten

Eiwitten zijn belangrijke bouwstoffen voor het lichaam. Hoeveel eiwitten iemand per dag nodig heeft, verschilt per persoon. Het hangt af van leeftijd, hoeveel spieren iemand heeft en hoeveel iemand beweegt.

Als u ziek bent, heeft u meer eiwitten nodig. Tijdens de behandeling van kanker , heeft u ongeveer 1,2 tot 1,5 gram eiwit per kilo lichaamsgewicht nodig.

Kunt u maar weinig eten? Kies dan voor eten en drinken met veel energie en eiwitten.
  • Denk bijvoorbeeld aan(volle) zuivel, kaas, dik belegd brood.
  • Ook kunt u wat (olijf)olie, boter of crème fraiche toevoegen aan de warme maaltijd.
  • Bekijk welke producten u lekker vindt, en in welke van deze producten veel energie en eiwitten zitten.
Op de website www.voedingenkankerinfo.nl vindt u meer informatie hierover.

Drinken in plaats van eten

Drinken gaat soms makkelijker dan eten. U kunt ook een shake of smoothie van (volle) kwark of melk met fruit maken.

Niet drinken tijdens het eten

Probeer tijdens de maaltijd niet te veel te drinken. Dit kan snel een vol gevoel geven. Drink wel genoeg tussen de eetmomenten door.

Ontspannen eten

Maak eetmomenten zo ontspannen mogelijk. Het kan helpen om voor het eten even te rusten of even naar buiten te gaan. Kijk wat voor u prettig is. Misschien voelt u zich het meest ontspannen in een rustige ruimte zonder afleiding. Het kan ook zo zijn dat afleiding tijdens het eten juist helpt. Bijvoorbeeld door muziek te luisteren, televisie te kijken of met iemand te kletsen.

Rechtop zitten

Let op uw houding tijdens het eten. Door rechtop te zitten tijdens het eten, kan het eten beter zakken. Hierdoor heeft u minder snel een vol gevoel.

2. Misselijkheid en braken

Misselijk zijn is heel vervelend. Het kan verschillende oorzaken hebben. Het kan een bijwerking zijn van de ziekte zelf of van de behandelingen, zoals chemotherapie of radiotherapie. Ook kunnen bepaalde medicijnen misselijkheid veroorzaken, zoals pijnstillers.

Voeding is meestal niet de oorzaak van misselijkheid. Misselijkheid kan er wel voor zorgen dat u minder gaat eten. Om er toch voor te zorgen dat u genoeg eet en drinkt, kunt u het volgende proberen:
  • Eet en drink op het moment dat u minder misselijk bent. Wacht tot u wat minder misselijk bent. Forceer het eten niet.
  • Eet vaker kleine, lichte maaltijden (of snacks) in plaats van grote maaltijden.
  • Kies voor koude gerechten of laat het eten eerst afkoelen. Koude gerechten lukken vaak beter dan warme gerechten. Zorg ervoor dat u altijd iets in uw maag heeft. Een lege maag kan namelijk ook een misselijk gevoel geven. Vooral ’s morgens vroeg kan het helpen iets te eten. Eet bijvoorbeeld beschuit, toastjes, crackertjes of een soepstengel.
  • Zuig of kauw op een ijsklontje, kauwgom, waterijsje of zachte stukjes fruit. Daardoor gaan de speekselklieren werken. Dit kan helpen bij een droge mond en een vieze smaak, wat een oorzaak van misselijkheid kan zijn.
  • Probeer gember of pepermunt om u minder misselijk te voelen en uw maag tot rust te brengen.
  • Zorg dat u genoeg drinkt. Te weinig vocht in uw lichaam maakt de misselijkheid erger. U kunt aan de kleur van uw urine zien of u genoeg drinkt. Urine met een donkere kleur betekent dat u te weinig drinkt.
  • Probeer dranken met koolzuur te drinken. Het koolzuur in deze dranken kan helpen om een teveel aan lucht uit uw maag op te boeren. Dit kan zorgen dat u zich minder misselijk voelt. Drink bijvoorbeeld cola of ginger ale.
  • Eet geen producten die u misselijk kunnen maken. Bijvoorbeeld vet eten en sterk gekruid en geurig eten.
  • Zorg voor frisse lucht en zorg dat u geen sterke etensgeuren ruikt.
  • Haal eten en drinken dat u niet meer gaat eten of drinken uit het zicht.
  • Krijgt u bestraling in het gebied van uw buik of maag? Eet dan niet vanaf een halfuur voor de bestraling tot een halfuur na de bestraling. Zo zorgt u dat u niet misselijk wordt.
  • Soms helpen medicijnen tegen de misselijkheid. Overleg hierover met uw arts of verpleegkundig specialist.

3. Veranderde smaak

Een groot deel van de patiënten met kanker merkt een verandering in de smaak. Dit kan door de ziekte of door de behandeling komen. De uitgesproken smaken zoals zoet, zout, zuur of bitter worden anders geproefd. Uw smaak kan ook verminderen en zelfs ontbreken. Adviezen als uw smaak veranderd is:
  • Een droge mond heeft invloed op de smaakbeleving. Weinig drinken kan een vieze smaak in de mond veroorzaken. Probeer daarom genoeg te drinken.
  • Een goede mondverzorging kan (tijdelijk) een vieze smaak verminderen.
  • Door goed te kauwen kan uw smaak verbeteren.
  • De temperatuur van uw eten en drinken heeft invloed op de smaak: warme gerechten hebben een sterkere smaak dan (ijs)koude. Probeer uit op welke temperatuur gerechten u het beste smaken. Bijvoorbeeld direct uit de koelkast, op kamertemperatuur, heel warm of juist iets afgekoeld.
  • Laat bepaalde producten niet bij voorbaat weg. Probeer steeds opnieuw verschillende en ook ongewone producten uit.


4. Diarree

U heeft diarree als u minstens 3 keer in 24 uur dunne ontlasting heeft. Diarree kan allerlei oorzaken hebben. Bijvoorbeeld uw ziekte, behandelingen en medicijnen. Bespreek deze klachten met uw arts, verpleegkundig specialist of diëtist. Als het nodig is, kan de arts medicijnen voorschrijven.

Meestal komt diarree niet door voeding. Wel kan het aanpassen van de voeding soms belangrijk zijn of helpen.
  • Eet zo normaal mogelijk. Zorg voor variatie zonder strenge beperkingen.
  • Drink genoeg: minstens 2 liter per dag, of volg het advies van uw arts.
  • Zorg dat u genoeg vezels eet. Vezels houden vocht vast in de ontlasting. Dit zorgt dat de ontlasting meer gebonden en dikker wordt. Kies voor fijne vezels. Deze zitten bijvoorbeeld in fijn volkorenbrood, aardappelen en fruit. Deze vezels zorgen niet voor extra prikkels in uw darmen.
  • Neem meer zout.
  • Eet kleine porties verspreid over de dag.
  • Eet of drink niet te veel koffie, alcohol en sterk gekruid of scherp eten
  • Vraag bij buikbestraling aan uw diëtist of arts wat de specifieke adviezen zijn.

5. Obstipatie

Obstipatie of een moeilijke of verstopte stoelgang betekent dat u moeite heeft om naar de wc te gaan. Dit kan verschillende oorzaken hebben. Het kan bijvoorbeeld komen doordat u:
  • minder beweegt
  • medicijnen gebruikt die de stoelgang beïnvloeden
  • te weinig vocht in uw lichaam heeft
  • minder eet en/of drinkt
  • te weinig vezels binnenkrijgt
  • een vernauwing van de darm heeft, bijvoorbeeld door een tumor of operatie. Vraag dan uw arts of diëtist om advies.

Adviezen bij obstipatie

  • Eet genoeg vezels (30 tot 40 gram per dag). Vezels zitten bijvoorbeeld in groente, fruit en volkorenproducten.
  • Drink 2 liter per dag.
  • Beweeg genoeg. Kijk hierbij naar wat u aankunt.
  • Ontbijt elke dag.
  • Stel toiletbezoeken niet uit.
  • Vraag uw arts naar medicijnen als dat nodig is.
  • Soms komt verstopping door medicijnen of door de ziekte. Vraag daarom bij twijfel over de oorzaak advies aan uw arts of diëtist.


6. Pijnlijke mond

U kunt last krijgen van ontstekingen in uw mond en keel. Dit kan komen door behandelingen, zoals chemotherapie en bestraling. Uw mond en keel kunnen daardoor gevoelig en pijnlijk aanvoelen. Dit maakt eten en drinken lastig.

Adviezen bij een pijnlijke mond

  • Vraag uw arts naar medicijnen tegen pijn.
  • Gebruik zachte, smeuïge of vloeibare voeding.
  • Eet geen producten die pijnlijk kunnen zijn, zoals harde producten.
  • Eet geen sterk gekruide gerechten en producten.
  • Drink geen hete dranken en eet geen erg warm eten.
  • Gebruik een kort rietje in plaats van een lang rietje.
  • Probeer eens ijsklontjes in dranken, waterijsjes of ijsschaafsel. Heel koud kan namelijk prettig zijn.
  • Zorg voor een goede mondverzorging. De mondhygiënist geeft u hierover advies.

7. De invloed van voeding en medicijnen op uw behandeling

Sommige voedingsmiddelen, voedingssupplementen en kruidenpreparaten kunt u beter niet met bepaalde medicijnen tegen kanker combineren. Voorbeelden hiervan zijn grapefruit, pomelo, mineola en ugli. Zij kunnen een ongewenst effect hebben op hoe medicijnen werken. Hierdoor kunt u meer last krijgen van bijwerkingen, of het medicijn werkt minder goed. Deze informatie staat in de bijsluiter van een medicijn.

U mag grapefruit, grapefruitsap en kruisingen van grapefruit niet gebruiken tijdens bepaalde chemokuren (Irinotecan en platinkuren, zoals carboplatin en cisplatinkuren).

Het is erg belangrijk om geen voedingssupplementen, kruiden- en plantenpreparaten of concentraten te slikken op eigen initiatief of op aanraden van anderen tijdens je behandeling. Wilt u dat toch doen? Dan is het belangrijk om dit aan uw arts en apotheker te melden.

8. Alternatieve diëten

Tot nu toe zijn er geen wetenschappelijke onderzoeken die bewijzen dat alternatieve diëten helpen bij kanker.

Bespreek altijd met uw arts of diëtist als u een bepaald dieet wil gaan volgen, of een alternatieve behandeling wil proberen.

Wij adviseren om tijdens uw behandeling te kiezen voor volwaardige en gevarieerde voeding. Dat betekent dat in de voeding alle voedingsstoffen zitten die nodig zijn om uw conditie zo goed mogelijk te houden.

Informatieve en betrouwbare websites

Contact

Heeft u vragen? Of heeft u meer informatie nodig? Of wilt u een afspraak maken met een diëtist? Als u onder behandeling bent bij een diëtist van het Erasmus MC kunt u ons bereiken via:

  • (010) 7033055 van maandag t/m vrijdag van 8.30 tot 12.30 uur
  • dietetiek@erasmusmc.nl
Bij spoed kunt u contact opnemen met de spoedlijn:
  • (010) 7030054 van maandag t/m vrijdag van 13:30 tot 16:00 uur