Dr. Martijn Visser, docent, psycholoog en clusterleider VIP, en dr. Annemerle Beerthuizen, docent, onderzoeker Medische Psychologie en clusterleider VIP, leggen uit wat VIP inhoudt.
Dr. Martijn Visser, docent, psycholoog en clusterleider VIP, en dr. Annemerle Beerthuizen, docent, onderzoeker Medische Psychologie en clusterleider VIP, leggen uit wat VIP inhoudt.
De Erasmusarts dient zichzelf te leren kennen en te ontwikkelen op het gebied van samenwerking. Als arts wordt er immers van hen verwacht dat zij flexibel zijn in de samenwerking met anderen – binnen en buiten de eigen discipline - dat zij verschillende rollen kunnen aannemen, dat zij bewust zijn van hun eigen automatismen en dat zij openstaan voor het perspectief van de ander. Ook wordt er verwacht dat artsen weten hoe zij reageren op anderen, en dat zij ervan bewust zijn hoe zij binnen de samenwerking zorgdraagt voor hun eigen welzijn en dat van de anderen.
Onze studenten leren werken in en met diversiteit en inclusiviteit, zodat zij op een respectvolle en professionele manier kunnen omgaan met menselijke verscheidenheid in de gezondheidszorg en het belang van een inclusieve gezondheidszorg uitdragen.
Naast les over, en training in samenwerkingsvaardigheden, wordt samenwerking binnen de blokken en projectperiodes via een vast stramien geëvalueerd:
Bij de start om elkaar te leren kennen, ambities uit te spreken en werkafspraken te maken;
Halverwege om te kijken hoe het gaat en eventueel bij te sturen;
Aan het einde om te zien hoe het is verlopen en elkaar tips en tops te geven.
Naarmate studenten beter worden in het vanzelfsprekend evalueren, ligt de verantwoordelijkheid voor het evaluatieproces meer bij de studenten zelf. Het consequent evalueren van samenwerking, hierop reflecteren en ontwikkelpunten formuleren, dragen bij aan levenslang leren, omdat het een vanzelfsprekend onderdeel wordt van de professionele attitude.
Zowel op jaarbasis, per semester als per onderwijsonderdeel (blok en projectperiode) doorlopen studenten een leercyclus. Bij de start van het jaar, blok en projectperiode wordt vooruitgeblikt: wat gaan we de komende periode doen? Wat spreekt me aan? Waar zie ik tegenop? Wat wil ik leren? En welke leervragen heb ik? Halverwege wordt op inhoud en proces besproken hoe het gaat: Wat gaat goed? Waar kan het beter? Wat heb ik geleerd? Wat wil ik leren? En wat heb ik te leren? Ter afsluiting van een jaar, blok en projectperiode bespreken studenten hoe het is gegaan, wat ze hebben gewaardeerd en waar ze anders naar zijn gaan kijken. Ook geven ze elkaar tips en tops. Aan de hand van deze reflecties wordt het portfolio bijgewerkt.
Studenten reflecteren, bespreken en evalueren het leren tijdens de volgende activiteiten:
Coachgesprekken (individueel/coachgroep): in een serie gesprekken met een coach bespreken studenten op vaste tijden in het curriculum hun studievoortgang en maken ze ontwikkelingsafspraken.
Reflectie op persoonlijke en professionele ontwikkeling: in een portfolio verzamelen studenten bewijsmateriaal over hun voortgang. Dit zijn zowel toetsuitslagen, als verkregen feedback hierop. Het accent binnen VIP ligt met name op de competenties samenwerking, leiderschap en professionaliteit. Studenten reflecteren twee keer per jaar op het verkregen bewijsmateriaal en formuleren persoonlijke leerdoelen en nemen dit op in hun portfolio. Het portfolio is, naast het dashboard, het vertrekpunt van het halfjaarlijks voortgangsgesprek met de VIP-coach.
Voortgangsgesprek: Ieder half jaar staan studenten bewust stil bij hoe het met hen gaat en bespreken dit in een voortgangsgesprek met de VIP-coach. Het portfolio is, naast het dashboard, het vertrekpunt van het halfjaarlijks voortgangsgesprek. Het voortgangsgesprek maakt bespreekbaar hoe het met studenten gaat: o.a. wat gaat goed, wat gaat niet goed en hoe kan het beter? Door regelmatig stil te staan bij hoe het met hen gaat en daarover van gedachten te wisselen met hun coach, wordt actief leren gestimuleerd en groei bevorderd.
Beeld van zichzelf delen: Aan het eind van ieder studiejaar blikken studenten bewust terug op het jaar en wat dat met hen heeft gedaan, wat ze hebben geleerd over zichzelf, wat ze belangrijk vinden in het leven en delen ze dit met hun omgeving. Het kunnen tonen wie zij zijn, maakt dat zij hun kwetsbaarheden leren delen en dat zij hun omgeving je beter leren kennen. Vanuit weten wie zij zijn en zichzelf beter kennen, kunnen studenten vanuit vertrouwen in henzelf antwoord vinden op levensvraagstukken en daar sturing aan geven.